Ingediend | 25 juli 2014 |
---|---|
Beantwoord | 27 augustus 2014 (na 33 dagen) |
Indieners | Joram van Klaveren (GrBvK), Louis Bontes (GrBvK) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie recht religie staatsrecht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z13687.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-2851.html |
Ja.
Het kabinet verwerpt antisemitisme en elke vorm van discriminatie. Het is goed invoelbaar dat mensen in Nederland uiting geven aan zorgen, verdriet en woede over wat elders in de wereld gebeurt. We zijn er echter met elkaar voor verantwoordelijk dat conflicten die zich elders in de wereld afspelen niet leiden tot oplopende spanningen en conflicten tussen bevolkingsgroepen in onze Nederlandse samenleving. Vrijheid van meningsuiting en vrijheid van demonstratie zijn een groot goed, maar zij mogen nooit leiden tot haat zaaien, discriminatie en geweld.
De stijging van het aantal meldingen van antisemitisme in de afgelopen weken lijkt vooral voort te komen uit versterkte tegenstellingen als gevolg van affiniteit van mensen in Nederland met een van de strijdende partijen in het Midden-Oosten. Affiniteit met één van de partijen of opvattingen over het Midden-Oosten mogen evenwel nooit en te nimmer leiden tot antisemitische uitingen of gedrag of vijandelijkheden tussen mensen in Nederland.
Ik verwijs naar het antwoord op de schriftelijke vragen 2 en 3 van de leden De Graaf, Helder en Wilders over de antisemitische demonstratie door moslims in Den Haag (ingezonden 25 juli 2014).2
Zie antwoord vraag 4.
De burgemeester van Den Haag legt conform het stelsel in de Gemeentewet verantwoording af over zijn handelen aan de gemeenteraad te Den Haag. De beoordeling van de handelwijze van de burgemeester is dan ook primair voorbehouden aan de gemeenteraad.
Vanuit de gemeente is op donderdagavond 24 juli 2014 in antwoord op vragen van de pers gezegd dat tijdens de demonstratie van die dag door de politie geen strafbare feiten zijn geconstateerd en derhalve op dat moment niet kon worden gesteld dat strafbare grenzen waren overschreden. Ook is gezegd dat in sommige media ten onrechte de suggestie is gewekt dat de burgemeester meende dat er geen grenzen waren overschreden. Nimmer heeft hij, of is op zijn gezag, gezegd dat tijdens de demonstratie van 24 juli geen morele grenzen zijn overschreden, aldus de gemeente.
Zie voorts het antwoord op de schriftelijke vraag 2 van de leden De Graaf, Helder en Wilders over de antisemitische demonstratie door moslims in Den Haag (ingezonden 25 juli 2014).3
Zie het antwoord hiervoor op vraag 3, en het antwoord op de schriftelijke vraag 2 van de leden De Graaf, Helder en Wilders over de antisemitische demonstratie door moslims in Den Haag (ingezonden 25 juli 2014).4