Ingediend | 11 juni 2014 |
---|---|
Beantwoord | 10 september 2014 (na 91 dagen) |
Indieners | Harry van Bommel , Joël Voordewind (CU), Kees van der Staaij (SGP), Pieter Omtzigt (CDA), Raymond de Roon (PVV) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD), Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA), Frans Timmermans (minister buitenlandse zaken) (GroenLinks-PvdA) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie recht religie staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z10682.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-2969.html |
Ja.
Ja.
Deze berichtgeving is het kabinet bekend, maar deze was niet te verifiëren.
Zie antwoord vraag 3.
Ja.
Ja.
De UETD heeft wel steun uitgesproken voor deze activiteiten, maar het valt niet te bevestigen dat de UETD de demonstratie en petitie heeft georganiseerd.
Het is aan het museum om te bepalen of het in deze stelling neemt.
De Turkse autoriteiten hebben desgevraagd de verzekering gekregen dat de gebruikelijke procedures zijn gevolgd. Verder heeft de Turkse consul contact opgenomen met de burgemeester van Almelo om de Turkse zienswijze op het monument kenbaar te maken. De burgemeester heeft hier kennis van genomen en in reactie hierop haar zienswijze en wettelijke rol toegelicht.
Voor het houden van een demonstratie is in Nederland geen vergunning vereist, maar slechts een melding. De burgemeester van Almelo heeft laten weten dat deze melding heeft plaatsgevonden, inclusief het voornemen een podium te plaatsen. Het spelen van een Mehter Marsi was in de melding niet genoemd. De bevestiging van de melding is voor iedereen bij de gemeente Almelo in te zien. Het is niet aan mij om dit document te publiceren.
Zie antwoord vraag 10.
Het OM heeft een aangifte van discriminatie en belediging ontvangen en deze wordt op dit moment beoordeeld.
Het door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid toegezegde onderzoek naar parallelle gemeenschappen in Nederland zal in september worden aangeboden aan de Tweede Kamer. Aan dat onderzoek kunnen geen nieuwe onderwerpen worden toegevoegd. Wel maakt Diyanet Nederland in algemene zin onderdeel uit van het onderzoek.
Het kabinet stelt zich op het standpunt dat de contacten tussen een vreemde mogendheid en haar (voormalige) onderdanen in Nederland louter op basis van vrijwilligheid mogen plaatsvinden. Het is aan Nederlanders van Turkse afkomst zelf om te bepalen in welke mate zij contacten met de Turkse overheid of hieraan verwante instellingen willen onderhouden.
De demonstranten hebben gebruik gemaakt van het recht op vrijheid van demonstratie.
Nederland heeft de Turkse autoriteiten erop gewezen dat de kwestie van de Armeense genocide gevoelig ligt en Turkije opgeroepen verantwoordelijk om te gaan met deze situatie.
Zie antwoord vraag 14.
Het kabinet is van mening dat de gebruikte leuzen tijdens de demonstratie in Almelo niet bijdragen aan een oplossing van deze kwestie. Zie verder de antwoorden op vragen 14 en 15.
Zie antwoord vraag 16.
Zie antwoord vraag 16.
Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van de ledenOmtzigt (CDA), Voordewind (ChristenUnie), Van der Staaij (SGP), De Roon (PVV) en Van Bommel (SP) met kenmerk 2014Z10682 die werden ingezonden op 11 juni 2014, wil ik u, mede namens de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Veiligheid en Justitie, meedelen dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.