Ingediend | 2 mei 2014 |
---|---|
Beantwoord | 19 mei 2014 (na 17 dagen) |
Indieners | Raymond de Roon (PVV), Geert Wilders (PVV) |
Beantwoord door | Frans Timmermans (minister buitenlandse zaken) (GroenLinks-PvdA) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie internationaal organisatie en beleid recht religie staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z08103.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1983.html |
Ja
Eenieder heeft het recht op vrijheid van meningsuiting en conform de drieledige toets van artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en artikel 19 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten zijn beperkingen aan die vrijheid alleen toegestaan indien deze in de wet zijn opgenomen, een legitiem doel dienen en noodzakelijk zijn in een democratische samenleving. De vrijheid van meningsuiting brengt ook plichten en verantwoordelijkheden met zich mee. Het is aan een onafhankelijke rechter om vast te stellen of de grenzen van de vrijheid van meningsuiting in dit geval zijn overschreden.
De precieze redenen voor de kennelijke arrestatie van dhr. Weston waar de genoemde persberichten melding van maken, zijn het Kabinet niet bekend. In andere perspublicaties wordt gesteld dat de aanleiding gelegen zou zijn in het feit dat dhr. Weston geen vergunning had voor het geven van een speech met een megafoon en niet reageerde op een verzoek van de politie om door te lopen.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Het Kabinet heeft het volste vertrouwen in het Britse rechtssysteem, en ziet geen aanleiding hierover met de Britse autoriteiten contact op te nemen.
Vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst of levensovertuiging zijn prioriteiten van het Nederlandse mensenrechtenbeleid. De Nederlandse inzet op dit gebied staat beschreven in de beleidsbrief «Respect en recht voor ieder mens» (Kamerstuk 32 735 nr. 78). Nederland voert op dit punt reeds een actief beleid in internationale gremia zoals de VN, EU en de Raad van Europa.
Zie antwoord vraag 6.
Zie antwoord vraag 6.