Ingediend | 30 april 2014 |
---|---|
Beantwoord | 16 juni 2014 (na 47 dagen) |
Indieners | Elbert Dijkgraaf (SGP), Roelof Bisschop (SGP) |
Beantwoord door | Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA), Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie organisatie en beleid religie sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z08009.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-2264.html |
Ja.
De gemeente Hilversum en de Al Amal moskee hebben een aantal dagen voor de aangekondigde bijeenkomst een verklaring uitgegeven, waarin is gemeld dat na overleg is besloten dat de bijeenkomst geen doorgang zou vinden. Na alle ophef over de bijeenkomst werden teveel bezoekers verwacht. De bijeenkomst heeft uiteindelijk op een andere locatie en in een andere (besloten) vorm plaatsgevonden.
Het is niet aan mij als Minister om in gemeentelijke aangelegenheden te treden noch is het aan mij om de opvattingen te beoordelen van mensen die een bijeenkomst organiseren als door de vragenstellers bedoeld. Dit laatste punt ligt op het terrein van de uitingsvrijheid, een vrijheid die in beginsel door (lokale) overheden dient te worden gerespecteerd.
In het kader van zijn verantwoordelijkheid voor de handhaving van de openbare orde heeft de burgemeester op grond van de Gemeentewet en de Wet openbare manifestaties wel (nood)bevoegdheden om in voorkomende gevallen maatregelen te treffen, maar deze bevoegdheden kan hij niet inzetten (louter) op de grond dat hij het onderwerp of de inhoud van bijeenkomst onwenselijk acht.
Zie antwoord vraag 2.
Met betrekking tot de schriftelijke vragen van de leden Bisschop en Dijkgraaf (beiden SGP) en de leden De Graaf en Wilders (beiden PVV) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het plan van het Platform Bewust Moslim om op de dag van dodenherdenking een symposium te houden over een zogenoemde schaduw Holocaust, ingezonden op 30 april en 1 mei 2014 met kenmerk 2014Z08009 en 2014Z08050, deel ik u mede dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De oorzaak hiervan is dat het niet gelukt is om tijdig de benodigde informatie te verkrijgen ten behoeve van de beantwoording van de vragen. Ik verwacht u op zeer korte termijn de antwoorden te doen toekomen.