Ingediend | 25 februari 2014 |
---|---|
Beantwoord | 7 maart 2014 (na 10 dagen) |
Indiener | Linda Voortman (GL) |
Beantwoord door | Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA), Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA) |
Onderwerpen | arbeidsomstandigheden arbeidsvoorwaarden economie organisatie en beleid overige economische sectoren sociale zekerheid werk |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z03561.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1360.html |
Het Instellingsbesluit is verlengd vanwege uitloop van de werkzaamheden van de commissie.
De commissie heeft te kennen gegeven dat meer tijd nodig is om tot een voldragen advies te komen, gegeven de complexiteit en reikwijdte van het onderwerp. Bovendien heeft de commissie extern empirisch onderzoek laten uitvoeren, hetgeen tot enige vertraging in de oplevering heeft geleid.
Het Instellingsbesluit is verlengd tot 30 april. Ik verwacht voor die datum het eindverslag met de Kamer te kunnen delen.
Nee, die mening deel ik niet. De commissie Dienstverlening aan huis onderzoekt beleidsopties voor de markt voor dienstverlening aan huis ten aanzien van de rechtspositie van bepaalde groepen werknemers in relatie tot ILO-verdrag 189 (domestic workers). Naar het oordeel van het kabinet staat dit rapport los van de visie die het kabinet heeft gegeven op de langdurige zorg, waar dit wetsvoorstel uit voortvloeit. Daarom staat het eindrapport de behandeling van het wetsvoorstel Wmo 2015 niet in de weg. In de kabinetsreactie op het rapport van de commissie Dienstverlening aan huis zal het kabinet uitgaan van de wettelijke kaders die gelden vanaf 1 januari 2015 en verder, inclusief de gevolgen daarvan voor zowel de medewerkers als de cliënten in deze markt.
Zie antwoord vraag 4.
De commissie heeft het rapport nog niet aan mij aangeboden en ik kan dit dus nog niet met de Kamer delen.
Ja.