Kamervraag 2013Z20367

De crisis in de archeologie

Ingediend 24 oktober 2013
Beantwoord 12 november 2013 (na 19 dagen)
Indiener Jasper van Dijk
Beantwoord door Jet Bussemaker (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (PvdA)
Onderwerpen cultuur cultuur en recreatie
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z20367.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-486.html
1. EenVandaag, 22 oktober 2013
  • Vraag 1
    Wat is uw oordeel over de uitzending van EenVandaag, waarin de Nederlandse vereniging van archeologische opgravingsbedrijven de noodklok luidt over de kaalslag in de archeologie als gevolg van de economische crisis?1

    Als er weinig gebouwd wordt, dan heeft dat direct invloed op de archeologie. Net als veel andere sectoren heeft ook de archeologiesector het momenteel moeilijk en hebben archeologen minder werk.

  • Vraag 2
    Is de werkgelegenheid in de commerciële archeologie inderdaad gekrompen van 500 banen in 2008 naar 300 banen in 2013 met een mogelijke verdere daling naar 250 banen eind 2014?

    Op dit moment heb ik geen exacte cijfers over de werkgelegenheid. In een lopend onderzoek worden meer gegevens over de werkgelegenheid verzameld. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking tussen de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, de Nederlandse Vereniging van Archeologen en de Universiteit van Amsterdam. Dit onderzoek is onderdeel van een Europees project waarin de Nederlandse situatie ook vergeleken kan worden met die in andere Europese landen. De onderzoeksgegevens zijn eind dit jaar beschikbaar voor Nederland en worden openbaar gemaakt via de website van de Erfgoedmonitor van de Rijksdienst Cultureel Erfgoed. Daarnaast zullen de resultaten van dit onderzoek ook verwerkt worden in de Erfgoedbalans waarvan publicatie is voorzien in 2015.

  • Vraag 3
    Hoeveel middelen heeft u de afgelopen tien jaar beschikbaar gesteld voor archeologie? Wat is het budget voor archeologie tot 2017?

    In onderstaande tabel zijn de middelen voor Archeologie weergegeven die conform de begroting van OCW, hoofdstuk VIII binnen het begrotingsartikel van Cultuur beschikbaar zijn gesteld voor de inzet op Archeologie.
    Bedragen x € 1 mln.
    Begrotingsjaar
    Bedrag
    begroot
    2003
    9,1
    2004
    15,8
    2005
    13,9
    2006
    13,3
    2007
    17,6
    2008
    12,3
    2009
    1,8
    2010
    3,2
    2011
    1,2
    2012
    1,7
    2013
    2,0
    2014
    2,0
    2015
    1,5
    2016
    1,3
    2017
    1,5
    Bron: Begrotingen OCW
    Zoals deze cijfers laten zien is met name in de aanloop naar de invoering van de Wet archeologische monumentenzorg (Wamz, inwerkingtreding 1/9/2007) geïnvesteerd in de archeologie. Geld is vooral ingezet om gemeenten en provincies voor te bereiden op de verplichting de archeologie in te bedden in de ruimtelijke ordening. Nu dat gebeurd is, is naar aanleiding van de evaluatie van de Wamz geld beschikbaar gesteld voor de uitvoering van verbetervoorstellen onder andere op het terrein van gemeenten en onderzoek (TK, 2011–2012, 33 053, nr.3).
    Ter toelichting op bovenstaande tabel nog het volgende. Vanaf 2002 ontvingen gemeenten en provincies jaarlijks een bestuurslastenvergoeding ter voorbereiding op de inwerkingtreding van de Wamz. Sinds september 2007 ontvangen gemeenten een structurele compensatie voor bestuurslasten inzake de bescherming van archeologisch erfgoed van € 6,35 mln. En de provincies ontvangen een structurele bijdrage van € 2,65 mln. Deze middelen zijn overgeheveld naar het gemeentefonds respectievelijk provinciefonds en maken daarom sinds de inwerkingtreding geen deel meer uit van de bedragen in de tabel.
    In 2008 is vanuit het Fonds Economische Structuurversterking van het Ministerie van Economische zaken € 10 mln. beschikbaar gesteld voor het toekennen van specifieke uitkeringen aan provincies en gemeenten ter bestrijding van excessieve kosten als gevolg van archeologisch onderzoek.
    Daarnaast is in de periode 2008 t/m 2010 in totaal een bedrag van € 3 mln. beschikbaar gesteld binnen het begrotingsartikel cultuur, inzet overige middelen cultureel erfgoed voor het wetenschappelijk onderzoek Odyssee.
    Tot slot merk ik op dat vanaf 2007 jaarlijks binnen de begroting van Archeologie een bedrag van ca. € 0,6 miljoen word besteed aan de Commissie Milieu Effect Rapportage. De bijdrage aan deze commissie wordt vanaf 2014 afgebouwd.
    Voor de periode 2012 t/m 2017 wordt per jaar een bedrag ingezet van € 1,25 miljoen voor de uitvoering van de verbetervoorstellen volgend uit de evaluatie van de Wamz in 2012.

  • Vraag 4
    Hoe oordeelt u over de cijfers uit de Erfgoedmonitor 2011–2012, waarin staat dat 45% van de gemeentes van mening is dat men te weinig personeel heeft en 43% van de gemeentes geen beleid heeft?

    Gemeenten hebben sinds de vaststelling van de Wet op de archeologische monumentenzorg de wettelijke opdracht om bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening te houden met de archeologie. Uit de monitor van de Erfgoedinspectie 2011–2012 blijkt dat 96% van de gemeenten aangeeft de archeologie te hebben uitgewerkt in de (na 2007) vastgestelde bestemmingsplannen en 70% van de gemeenten geeft aan dit zelfs in alle bestemmingsplannen te doen. Het hebben van een archeologiebeleid is geen wettelijk verplichting, maar is, net als het hebben van een medewerker archeologie, een indicator voor de mate waarin de gemeente aandacht heeft voor de archeologie. Ik vind het een positief signaal dat uit de monitor blijkt dat 65% van de gemeenten beleid heeft vastgesteld voor archeologie en dat het merendeel van dit beleid ook actueel is (opgesteld na 2007). Dit sluit aan bij het eerdere beeld dat in 2012 naar voren kwam uit de evaluatie van de Wet op de Archeologische monumentenzorg. Wat betreft de personele bezetting constateer ik uit de monitorgegevens dat 45% van de gemeenten vindt dat zij meer personeel zouden willen hebben voor archeologie maar dat de tevredenheid over de bezetting ten opzicht van 2009–2010 is toegenomen.

  • Vraag 5
    Klopt het dat de normen voor archeologisch onderzoek door veel gemeentes steeds verder worden opgerekt? Hoe oordeelt u hierover?

    Gemeenten zijn primair verantwoordelijk voor de omgang met archeologie op gemeentelijk niveau. Gemeenten moeten afwegingen maken. Niet alleen ten aanzien van de archeologie, maar ook ten aanzien van vele andere belangen. Als gevolg van het huidige economische klimaat maken gemeenten scherpere keuzes. Ik sluit niet uit dat dit in de praktijk leidt tot minder of eenvoudiger archeologisch onderzoek. Gemeenten hebben op dit punt beleidsvrijheid, uiteraard binnen de grenzen van het bestuursrecht. Het is aan de provincies om toezicht te houden.

  • Vraag 6
    Wat gaat u ondernemen om de crisis in de archeologie te verhelpen? Bent u bereid om erop aan te dringen dat gemeentes in gesprek gaan met de sector om tot een goede oplossing te komen?

    Ten aanzien van mijn opvatting over de crisis in de archeologie verwijs ik naar het antwoord op vraag 1.
    Op het vlak van de gemeentelijke zorg voor de archeologie is nog ruimte voor verbetering. Het is aan de gemeente om de bestuurlijke afweging te maken tussen erfgoedbehoud en andere belangen. Gemeentes worden ondersteund bij hun kennisontwikkeling door mijn Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed:

  • Vraag 7
    Deelt u de mening dat er een volwaardig vervolg moet komen op de pilot Odyssee uit 2009 waarin universiteiten, overheden en bedrijven samenwerken aan reconstructie van delen van het verleden? Zo nee, waarom niet?

    Eén van de verbetervoorstellen uit de evaluatie van de Wamz (TK, 2011–2012, 33 053, nr. 3) is het onderzoeksprogramma «Oogst voor Malta». Dit kan gezien worden als een vervolg op het onderzoeksprogramma Odyssee. Doel van het programma «Oogst voor Malta» is het uitvoeren van archeologische overzichtsstudies, waarbij standaardrapportages worden opgewerkt tot synthese die leiden tot kennisvermeerdering over ons verleden. Het programma wordt uitgevoerd in samenwerking met andere partijen zoals universiteiten, archeologische bedrijven en andere overheden. De eerste zes studies in dit kader zijn onlangs van start gegaan.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2013Z20367
Volledige titel: De crisis in de archeologie
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-486
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over de crisis in de archeologie