Ingediend | 8 oktober 2013 |
---|---|
Beantwoord | 21 oktober 2013 (na 13 dagen) |
Indiener | Jacques Monasch (PvdA) |
Beantwoord door | Stef Blok (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (VVD) |
Onderwerpen | arbeidsvoorwaarden huisvesting huren en verhuren werk |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z19209.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-271.html |
Op basis van het Besluit beheer sociale huursector beschik ik voor corporatiedirecteuren over de salarisgegevens van 2012. Ik zal u deze evenals voorgaande jaren vertrouwelijk ter inzage doen toekomen, zodra deze volledig zijn. In deze gegevens zie ik geen bevestiging van het krantenbericht, noch van het gemiddelde salaris van 180.000 euro, noch van de gemiddelde stijging met 10.000 euro en noch van de salarisstijging van de zogenaamde snelle stijgers. Wat betreft dit laatste heeft het Limburgs Dagblad een rectificatie geplaatst2.
Voor het merendeel van de Limburgse corporatiebestuurders en directeuren was de ontwikkeling van de bezoldiging vergelijkbaar met de afspraken in de CAO Woondiensten. Een aantal heeft een verhoging van circa 6 á 7% gekregen, gebaseerd op bestaande afspraken. Dergelijke loonstijgingen sluiten, zeker in de huidige tijd, naar mijn opvatting niet aan op de maatschappelijke verwachtingen ten aanzien van woningcorporaties.
In november 2012 heb ik op basis van de WNT de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instellingen volkshuisvesting vastgesteld. Deze regeling is nog niet van toepassing voor de bezoldiging van bestuurders van woningcorporaties in het jaar 2012 waarover het krantenbericht gaat. Van het ongedaan maken van salarisverhogingen op basis van deze regeling kan derhalve nog geen sprake zijn. Voor zover bekend past voor alle Limburgse corporaties de in 2012 doorgevoerde salarisverhoging binnen het overgangsrecht van de WNT. Indien bij de verantwoording over de bezoldiging over het jaar 2013 blijkt dat er sprake is van verhogingen die niet passen binnen het overgangsrecht dan zal worden opgetreden.