Ingediend | 7 oktober 2013 |
---|---|
Beantwoord | 27 november 2013 (na 51 dagen) |
Indieners | Otwin van Dijk (PvdA), John Kerstens (PvdA) |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD), Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA) |
Onderwerpen | arbeidsvoorwaarden bestuur gemeenten organisatie en beleid werk zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z19074.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-630.html |
Ja.
Onmatige beloningen in de publieke en de semipublieke sectoren zijn, of deze zich nu op centraal of decentraal niveau voordoen, onwenselijk. Dit is door mij meermalen uiteengezet. De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) verzet zich niet tegen het door decentrale bestuursorganen door middel van de subsidievoorwaarden stellen van aanvullende of verdergaande beperkingen aan de bezoldiging van medewerkers en bestuurders van door deze bestuursorganen gesubsidieerde instellingen. In het Algemeen Overleg van 14 februari 2013 met de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken van Uw Kamer naar aanleiding van de rapportage 2011 van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) heb ik aangegeven in verband met het topinkomensbeleid met de VNG in overleg te willen treden. Het ligt in de rede, hierbij ook te spreken over het afstemmen van het normeringsbeleid en over het juridisch instrumentarium dat rijk en gemeenten ten dienste staat.
In dit geval wil Rotterdam gaan optreden tegen zorgaanbieders die ook in het kader van de Wmo gecontracteerd worden. Het zijn instellingen die al onder de WNT vallen waardoor betrokken functionarissen aanspraak kunnen maken op het overgangsrecht van de WNT. Uit de berichtgeving maak ik op dat de gemeente Rotterdam in die aanspraak wil treden. Of dit overgangsrecht via subsidievoorwaarden terzijde kan worden geschoven, zal moeten blijken. Evenzo het terugvorderen van het volledige bedrag van de normoverschrijding in geval de betreffende instelling slechts voor een deel door de gemeente wordt bekostigd. De minister van VWS vindt dat zorginstellingen niet geconfronteerd moeten worden met tegenstrijdige regelgeving met kans op gerechtelijke procedures. Hoewel ik niet de vrijheid van het lokaal bestuur wil beperken om eigen keuzes te maken, lijkt het mij verstandig om het beleid van de centrale en de decentrale overheden op elkaar af te stemmen. En dat niet achteraf, maar vooraf. Daarom ga ik ook het bovengenoemde overleg voeren.
De gemeente Amsterdam heeft inmiddels kenbaar gemaakt het voorbeeld van Rotterdam te willen volgen.
Zie het antwoord op vraag 2.
Zie het antwoord op vraag 2.
Het afstemmen van topinkomensbeleid op centraal en decentraal niveau in het kader van de WNT is geagendeerd voor het overleg met de VNG, zie mijn antwoord op vraag 2. Daarin komt ook de consultatie aan de orde ten behoeve van het conceptwetsvoorstel tot verlaging van het bezoldigingsmaximum naar 100% van het ministersalaris. Deze consultatie gaat nog dit kalenderjaar van start.
Op 27 september 2013 heeft de VNG door middel van een brief de herziene Model-Algemene subsidieverordening 2013 aan haar leden gestuurd.3 In de bijlage is een modelsubsidieregeling opgenomen, waarin nader op dit onderwerp wordt ingegaan.
Met betrekking tot de schriftelijke vragen van de leden Kerstens en Otwin Van Dijk aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het korten van topinkomens in de zorg, ingezonden per 7 oktober 2013 met kenmerk 2013Z19074, deel ik u mede dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. Het verzamelen van de gegevens die nodig zijn voor de beantwoording, ook bij organisaties die in de vraagstelling worden genoemd, en het vervolgens afstemmen van de antwoorden, vergt meer tijd. Beantwoording zal plaatsvinden zodra alle informatie is verkregen.