Ingediend | 23 augustus 2013 |
---|---|
Beantwoord | 1 oktober 2013 (na 39 dagen) |
Indiener | Carla Dik-Faber (CU) |
Beantwoord door | Wilma Mansveld (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (PvdA), Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA) |
Onderwerpen | afval bestuur gemeenten natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z16054.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-117.html |
Ja.
Zoals ik u antwoordde op eerdere vragen van het Lid Dik-Faber (tk-20122013–1163) is de gemeente op grond van de Wet milieubeheer en het Landelijk afvalbeheerplan 2009–2021 (LAP) verplicht om de (gescheiden) inzameling van textiel te organiseren. De wijze waarop men aan die verplichting uitvoering geeft, behoort tot de autonome bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de gemeente. Ik weet van de afzonderlijke gemeenten in Nederland niet wat hun beleid is voor textielinzameling en heb daarom geen overzicht van inzamelmethoden, aanbestedingen, kosten en inkomsten. Uit navraag bij de VNG en de NVRD (Koninklijke vereniging voor afval- en reinigingsmanagement) blijkt dat zij die informatie ook niet hebben. Ik kan dus niet beoordelen of de vergoedingen zijn verdubbeld en ook niet of deze net zo hoog zijn als het bedrag dat overblijft voor het goede doel.
Ja.
Zoals ik in mijn eerdere antwoorden heb gesteld, ben ik van mening dat een gemeente aan derden een vergoeding in rekening mag brengen die noodzakelijk is voor het voldoen van de kosten die de gemeente moet maken. Dat geldt dus ook voor textielinzameling. Ik vind het niet gepast dat voor textielinzameling een vergoeding in rekening wordt gebracht, waarmee ook andere kosten van de gemeente worden voldaan. Ik ga ervan uit dat de eventuele kosten en baten van het door de gemeente ingestelde textielinzamelsysteem door de gemeente worden verwerkt in de gemeentelijke afvalstoffenheffing die de burgers moeten betalen.
Het onderwerp is aan de orde gesteld in het Bestuurlijk Koepel Overleg waar ik met IPO, UvW en VNG aan tafel zit. De VNG gaf aan met betrekking tot het dossier afval erg actief te zijn. Echter binnen dit dossier zijn aandachtsgebieden waar minder tot geen inspanning in wordt gestoken. Het inzamelen van textiel is er daar één van. De VNG onderschrijft het belang van het inzamelen van textiel en van een goede communicatie over welke rol gemeenten daarin kunnen spelen. Op korte termijn zal de inzet van de VNG hierop echter niet veranderen.
In de Green Deal textielinzameling heb ik met alle betrokken partijen afgesproken te komen tot een door alle ketenpartijen gedragen oplossing voor een mogelijk ketendeficit dat kan optreden bij de inzameling van textiel. Bij het verkennen en onderzoeken van dit mogelijke deficit worden alle kosten meegenomen. Dit onderzoek loopt momenteel en wordt naar verwachting in de eerste helft van 2014 afgerond.
Ik deel de aanname, maar of de hoeveelheid ingezamelde textiel door initiatieven als dat van H&M en C&A daadwerkelijk vergroot, kan ik niet zeggen. Mede omdat de acties vooralsnog te kortlopend en incidenteel zijn, zijn momenteel geen cijfers beschikbaar om hier uitspraken over te doen.
Voor de inzameling van textiel zelf is geen inzamelvergunning als bedoeld in de Wet milieubeheer nodig. Op grond van de Wet milieubeheer en het Landelijk afvalbeheerplan 2009–2021 (LAP) zijn gemeenten verplicht om de (gescheiden) inzameling van textiel te organiseren. De wijze waarop men aan die verplichting uitvoering geeft, behoort tot de autonome bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de gemeente. Zo kunnen gemeenten bepalen wie wel of niet zorg mag dragen voor de inzameling en kan in de plaatselijke verordening aparte toestemming worden geëist.
Mijns inziens fungeren de vestigingen van de winkelketens als inzamelpunt, waar consumenten met hun kleding terecht kunnen. De inzameling zelf gaat in het geval van H&M en C&A via I:CO, een grote speler in de markt. De jaarlijkse afval rapportage van het CBS wordt samengesteld op basis van een enquête onder gemeenten, de kans bestaat dat de inzamelresultaten van winkels bij gemeente niet bekend zijn.
De EVOA heeft betrekking op grensoverschrijdend transport van afvalstoffen en komt pas aan de orde als kledingketens het ingezamelde textiel willen uitvoeren. Op dat moment moeten de ketens (cq I:CO) aan dezelfde eisen voldoen als ieder ander die ingezameld textiel wil uitvoeren.
Ja, hiermee stuur ik u de antwoorden toe:
De Inspectie Leefomgeving en Transport heeft recentelijk naar aanleiding van een handhavingsverzoek een aantal controles uitgevoerd naar de sortering van voor de export bestemde textiel. Uit deze controles bleek dat, op een enkel geval na, de textiel voordat uitvoer plaats vond, werd gesorteerd op textiel en niet-textiel. Daarmee is het textiel een «groene lijst afvalstroom», waarvoor het lichte regiem van de EVOA geldt. Dat betekent dat er, behoudens export naar sommige landen, geen vergunningplicht geldt, maar dat bijlage 7 van de EVOA als vervoersdocumenten op orde en aanwezig dient te zijn. Deze documenten kunnen worden gecontroleerd.
Op 23 augustus 2013 ontving ik kamervragen van het lid Dik Faber (ChristenUnie) over de opbrengsten van gemeenten voor textielinzameling en de fijnsortering van het ingezamelde textiel. Vanwege het brede spectrum van de vragen (van beleidmatig tot vergunningverlening tot export) is voor een zorgvuldige beantwoording veel in- en externe afstemming nodig en is er geen gelegenheid de beantwoording binnen de daartoe gestelde termijn te realiseren. Ik zal u uiterlijk de eerste week van oktober de antwoorden op de kamervragen doen toekomen.