Ingediend | 19 augustus 2013 |
---|---|
Beantwoord | 4 oktober 2013 (na 46 dagen) |
Indiener | Joram van Klaveren (PVV) |
Beantwoord door | Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA), Frans Timmermans (minister buitenlandse zaken) (GroenLinks-PvdA) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie internationaal organisatie en beleid religie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z15926.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-162.html |
Ja.
De rijksoverheid houdt geen lijst bij van financiering van maatschappelijke en religieuze organisaties. Volgens het bestuur van SSCCN in Rotterdam heeft deze stichting een geldbedrag van 380.000 Amerikaanse Dollar ontvangen van de Islamic Development Bank die gevestigd is in Djedda, Saoedi-Arabië. Het betreft een eenmalig bedrag en er zijn volgens het bestuur geen voorwaarden aan deze sponsoring gesteld.
Ik vind het onacceptabel wanneer nieuwe of gevestigde Nederlanders onder druk worden gezet door buitenlandse overheden of organisaties en daarmee in hun vrijheden worden beknot. Voor buitenlandse mogendheden is het mogelijk om op basis van vrijwilligheid contact te onderhouden met Nederlandse ingezetenen, zolang dit de integratie in de Nederlandse samenleving niet belemmert. Ook is het toegestaan om gebruik te maken van buitenlandse financiering om gebedshuizen te stichten. Echter, wanneer kernwaarden van de Nederlandse democratische rechtsstaat in het geding zijn, heeft de overheid een verantwoordelijkheid om in te grijpen ter bescherming van deze kernwaarden. De Kamer is eerder geïnformeerd over de risico’s van buitenlandse financiering (TK 2008–2009, 29 754, nr. 145).
Nee, deze visie deel ik niet. De Kamer is eerder geïnformeerd over de risico’s van buitenlandse financiering (TK 2008–2009, 29 754, nr. 145). In deze brief staat dat financiering, zowel binnenlands als buitenlands, altijd met invloed gepaard kan gaan. De gevolgen hiervan voor de integratie van moslims in de Nederlandse samenleving zijn niet altijd eenduidig vast te stellen.
Vanwege het beginsel van scheiding van kerk en staat, alsmede de vrijheid van godsdienst, is overheidsinmenging in geloofgenootschappen niet altijd mogelijk. De overheid kan in beginsel geen maatregelen nemen ten aanzien van de samenstelling van een moskeebestuur en de financiering van een moskee, ook niet als deze (gedeeltelijk) vanuit het buitenland plaatsvindt. Ik vind het wel belangrijk dat in dit geval moskeeën transparant zijn over giften die zij ontvangen. Ik roep de moskeebesturen die geld ontvangen vanuit het buitenland dan ook op om maximale openheid te betrachten in de financiële relaties met het buitenland. Daarnaast, conform mijn toezegging aan uw Kamer d.d. 12 september 2013 zal ik bezien welke aanvullende instrumenten vanuit de overheid mogelijk zijn om onwenselijke buitenlandse financiering van gebedshuizen te ontmoedigen.
Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van het lid Van Klaveren (PVV) over «de voortgaande buitenlandse islamitische inmenging in Nederland» niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is. De oorzaak hiervan is dat nog niet alle gegevens zijn verkregen die voor de beantwoording nodig zijn. Beantwoording zal zo spoedig mogelijk plaatsvinden.