Ingediend | 28 mei 2013 |
---|---|
Beantwoord | 17 juni 2013 (na 20 dagen) |
Indiener | Joram van Klaveren (PVV) |
Beantwoord door | Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA), Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie recht religie staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z10461.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2601.html |
Ja.
Dit is bij ons niet bekend. De overheid houdt geen overzicht bij van welke individuen aan welke organisaties zijn gelieerd. Alleen wanneer daartoe aanleiding is, zoals wanneer uit feiten en omstandigheden een redelijk vermoeden van enige illegale handelingen blijkt, doen de bevoegde overheidsinstanties onderzoek naar individuen.
In Nederland gelden de vrijheid van godsdienst en vrijheid van meningsuiting. In de Nederlandse samenleving is daarom, binnen de grenzen van de wet, ruimte voor diverse levensbeschouwingen en opvattingen.
In Nederland dient iedereen zich aan de wet te houden en is het bijvoorbeeld verboden om aan te zetten tot geweld. Waar er concrete aanleiding bestaat is het aan de bevoegde instanties om actie te ondernemen, bijvoorbeeld door middel van opsporing en vervolging. Als er aanwijzingen zijn dat (buitenlandse) financiering van een moskee een mogelijke dreiging voor de nationale veiligheid oplevert, dan kan de AIVD onderzoek verrichten. Zo’n onderzoek kan uiteindelijk leiden tot vervolging door het Openbaar Ministerie.
De kamer is eerder geïnformeerd over de risico’s van buitenlandse financiering (TK 2008–2009, 29 754, nr. 145). In deze brief wordt onder andere in gegaan op de weerbaarheid van moskeeën zelf die de risico’s van buitenlandse financiering kan beperken. Er wordt tevens aangegeven dat de overheid een goed systeem kent voor toezicht-, handhaving- en sanctiemogelijkheden, als ongebruikelijke transacties, of illegale financiële activiteiten zich voordoen.
Op 4 juni jl. is de motie-Segers c.s. (29 754, nr. 221) over een onderzoek naar financiële steun vanuit onvrije landen aangenomen. De Tweede Kamer zal naar aanleiding van deze motie verder over dit onderwerp worden geïnformeerd.
Nee. Vanwege het beginsel van scheiding van kerk en staat, alsmede de vrijheid van godsdienst, is overheidsinmenging in kerkgenootschappen niet altijd mogelijk, noch wenselijk. De overheid kan in beginsel geen maatregelen nemen ten aanzien van de samenstelling van een moskeebestuur en de financiering van een moskee, ook niet als deze (gedeeltelijk) vanuit het buitenland plaatsvindt. Het is vreemde mogendheden daarnaast toegestaan om contact te onderhouden met (voormalig) onderdanen zolang dit op basis van vrijwilligheid gebeurt en er geen sprake is van integratiebelemmering.
Zie verder vraag 4.