Ingediend | 15 maart 2013 |
---|---|
Beantwoord | 8 april 2013 (na 24 dagen) |
Indieners | Sjoerd Sjoerdsma (D66), Gerard Schouw (D66) |
Beantwoord door | Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Frans Timmermans (minister buitenlandse zaken) (GroenLinks-PvdA) |
Onderwerpen | immigratie migratie en integratie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z05238.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-1894.html |
Ja.
De groei van het aantal Syrische vluchtelingen in de regio vereist een respons op grote schaal om deze vluchtelingen in buurlanden als Libanon, Jordanië, Irak en Turkije hulp te bieden. Nederland heeft van meet af aan gepleit voor opvang van vluchtelingen in de regio en het op sterkte en adequaat houden van opvang in de regio acht ik daarom belangrijk.
Er was het afgelopen jaar een stijging van het aantal asielaanvragen van Syrische vreemdelingen in de EU in vergelijking met 2011. In 2011 was er sprake van ongeveer 7900 asielaanvragen van Syriërs in de EU. In 2012 zijn ongeveer 23.500 asielaanvragen van Syriërs geregistreerd in de EU. Daarmee kwam Syrië in 2012 op de tweede plaats te staan in de lijst met herkomstlanden van asielzoekers. Op basis van het waarschuwingssysteem en mechanisme van het European Asylum Support Office (EASO) en de informatie van Frontex worden de migratiestromen richting de EU verder gemonitord.
Lidstaten die worden geconfronteerd met een verhoogde toename van het aantal asielaanvragen van Syriërs zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk om zich in te spannen om deze toestroom op te vangen. Indien de eigen inspanningen van een lidstaat ontoereikend blijken, kan de betreffende lidstaat ondersteuning vragen bij het EASO. EASO moet deze ondersteuning kunnen bieden en verleent deze ondersteuning vervolgens in nauwe samenwerking met Frontex, UNHCR, IOM en de Europese Commissie. EASO’s ondersteuning in noodsituaties kan onder andere bestaan uit ondersteuning op het gebied van opvang- en asielstelsels, asieltraining, de kwaliteit van de asielprocedures, ondersteuning voor de opzet van systemen voor informatie over landen van herkomst en technische ondersteuning. Zo beschikt het EASO over een lijst met tolken die ingezet kunnen worden om een snelle doorstroming in de behandeling van de asielaanvragen te kunnen borgen. Daarnaast kan een lidstaat bij het EASO bijvoorbeeld trainers vragen om het extra personeel dat wordt geworven om de instroom op te vangen, snel op te leiden.
Verder voorziet het Europees Vluchtelingenfonds in noodmaatregelen (financiële middelen), voor bijvoorbeeld de situatie waarin op bepaalde punten aan de grenzen sprake is van een plotselinge toestroom van een groot aantal onderdanen van derde landen die wellicht internationale bescherming nodig hebben, waardoor de opvangfaciliteiten, het asielstelsel of de infrastructuur van de betrokken lidstaten onder uitzonderlijk grote druk komen te staan.
Indien daadwerkelijk een massale instroom op gang komt van Syrische asielzoekers naar de EU kan de Richtlijn Tijdelijke Bescherming in werking worden gesteld. Daar is tot op heden echter nog geen sprake van.
Zie antwoord vraag 2.
Ja. Al eerder ben ik richting uw Kamer en de Eerste Kamer ingegaan op gezinshereniging bij Syriërs die in Nederland in het bezit zijn van een asielvergunning3 en de oproep die UNHCR in dit verband heeft gedaan.
Ik verwijs u graag naar deze beantwoording.
Nederland verstrekt geen visa om redenen van internationale bescherming. Volgens het huidige beleid is het uitgangspunt dat een vreemdeling die zich voor asielrechtelijke bescherming meldt op een Nederlandse post buiten zijn land van herkomst, niet voor bescherming in Nederland in aanmerking komt. De vreemdeling dient zich voor het verkrijgen van bescherming in eerste instantie te wenden tot de autoriteiten van het land waar hij zich bevindt. Indien blijkt dat dit niet mogelijk is, dient de vreemdeling zich te wenden tot UNHCR ten behoeve van statusdeterminatie.
Op 30 januari jl. hebben landen op de door de VN georganiseerde donorconferentie in Koeweit 1,5 miljard USD toegezegd. De VN acht dit bedrag nodig om tijdens de eerste helft van 2013 hulpbehoevenden van humanitaire hulp te voorzien. Arabische landen zegden rond 1 miljard USD toe, echter voor een groot deel niet via de VN. De Europese Commissie en EU-lidstaten beloofden in Koeweit 370 miljoen USD aan nieuwe donaties.
De Europese Commissie en de EU-lidstaten samen hebben tot nu toe 435,7 miljoen EUR beschikbaar gesteld om de humanitaire noden van Syrische vluchtelingen te lenigen, waarvan 235,7 miljoen EUR door de lidstaten is bijgedragen. Nederland heeft reeds meer dan 35 miljoen EUR bijgedragen aan de ondersteuning van Syrische vluchtelingen, met name in de buurlanden van Syrië.
Verder werkt de Europese Commissie aan het ontwikkelen van een regionaal beschermingsprogramma in de omringende landen van Syrië. Een toekomstig regionaal beschermingsprogramma zal zich richten op de vier buurlanden van Syrië, te weten Turkije, Jordanië, Libanon en Irak. Het gaat om duurzame oplossingen op de middellange termijn via capaciteitsversterking. Daarbij kan onder andere worden gedacht aan ondersteuning bij de registratie van vluchtelingen, het verrichten van statusdeterminatie, het trainen van officials over vluchtelingenbescherming en het onderzoeken van mogelijkheden om de opvang van vluchtelingen in te bedden in lokale armoedebestrijdingsprogramma’s.