Ingediend | 5 maart 2013 |
---|---|
Beantwoord | 18 maart 2013 (na 13 dagen) |
Indieners | Raymond de Roon (PVV), Barry Madlener (PVV) |
Beantwoord door | Frans Timmermans (minister buitenlandse zaken) (GroenLinks-PvdA) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie internationaal organisatie en beleid religie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z04232.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-1620.html |
Ik neem uitdrukkelijk afstand van de uitspraak van premier Erdoğan. Dit soort uitspraken schaadt een gunstig klimaat voor vrede in de regio en ze hinderen normalisering van de betrekkingen tussen Turkije en Israël. Nederland blijft een groot voorstander van een toenadering tussen Turkije en Israël en zal zich hiervoor ook sterk blijven maken.
Zie antwoord vraag 1.
De Nederlandse positie is de Turkse regering bekend en ook nu weer uitgedragen.
Zie antwoord vraag 3.
Nee.
Het toetredingsproces van Turkije is voor de EU – en dus ook voor Nederland – van wezenlijk strategisch en economisch belang. Bovendien is dit proces een belangrijke motor voor hervormingen in Turkije, mede op het gebied van mensenrechten. Het gaat hier om een proces met een open einde, waarvan de uitkomst niet op voorhand vaststaat. Nederland heeft ingestemd met het lidmaatschapsperspectief voor Turkije, mits aan alle gestelde voorwaarden wordt voldaan. Het Kabinet ziet geen aanleiding om af te wijken van dit beleid.