Kamervraag 2012Z21237

Het bericht dat uitgeprocedeerde Somalische asielzoekers weer op straat zijn gezet

Ingediend 6 december 2012
Beantwoord 20 december 2012 (na 14 dagen)
Indieners Henk Krol (50PLUS), Sharon Gesthuizen (GL), Liesbeth van Tongeren (GL), Joël Voordewind (CU), Gerard Schouw (D66)
Beantwoord door Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen immigratie migratie en integratie
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z21237.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-857.html
  • Vraag 1
    Is het waar dat Somaliërs uit het voormalig tentenkamp in Amsterdam na hun verwijdering uit dat kamp alsnog door de politie op straat zijn gezet? Zo ja, hoe groot is deze groep Somaliërs?

    Na hun aanhouding is een groep van ongeveer 50 Somaliërs heengezonden. Hierbij is hen gewezen op de mogelijkheid om onderdak te krijgen in een vrijheidsbeperkende locatie. Dit vereist uiteraard wel bereidheid bij deze vreemdelingen om aan het vertrek te werken. Geen enkele vreemdeling heeft echter van deze mogelijkheid gebruikt gemaakt.

  • Vraag 2
    Vindt u het verantwoord om deze groep in het huidige winterweer op straat te laten leven? Zo nee, gaat u zorgen voor menswaardige opvang voor de Somalische vreemdelingen?

    Er is deze groep vreemdelingen een alternatief aangeboden door het Rijk. Daarover heb ik uw Kamer bij brief van 15 november 20121 geïnformeerd. Het merendeel van de vreemdelingen uit het voormalige tentenkamp heeft echter geweigerd om van dit alternatief gebruik te maken.
    Ik ben bereid om onderdak te bieden aan deze vreemdelingen, onder de voorwaarde dat wordt meegewerkt aan terugkeer. Dat is ook logisch want het perspectief voor deze vreemdelingen is terugkeer. Het aanbieden van onderdak zonder het stellen van deze voorwaarde vind ik allerminst een structurele oplossing en zou bovendien onterechte verwachtingen wekken bij deze vreemdelingen. Als een afgewezen asielzoeker ervoor kiest om geen gevolg te geven aan de afwijzende beslissing op zijn asielaanvraag en de bijhorende vertrekplicht, kan het niet zo zijn dat de Nederlandse overheid onderdak moet (blijven) verstrekken. De vreemdeling maakt hierin een bewuste keuze waar hij dan ook zelf verantwoordelijkheid voor moet dragen.
    Protestacties zoals in Amsterdam en Den Haag waarbij vreemdelingen hun onvrede uiten over het Nederlandse asielbeleid en de beslissing in hun individuele zaak, kunnen nooit aanleiding zijn om het geldende asiel- en opvangbeleid dat zorgvuldig tot stand is gekomen, aan de kant te schuiven.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat deze situatie voorkomen had kunnen worden als u de motie-Gesthuizen c.s. had uitgevoerd?1 Hebt u zich conform het rijksakkoord maximaal ingezet om te voorkomen dat uitgeprocedeerde asielzoekers op straat zouden komen zonder te worden uitgezet?

    In mijn brief van 28 november 20123 aan uw Kamer heb ik beschreven hoe ik uitvoering geef aan deze motie. Ik heb toegelicht dat deze motie aansluit bij het huidige buitenschuldbeleid. Ik ben bereid om vreemdelingen opvang te bieden wanneer de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) positief heeft geadviseerd over de afgifte van een verblijfsvergunning op basis van het buitenschuldbeleid zolang de beoordeling bij de IND loopt.
    Uw tweede vraag verwijst naar het Rijksakkoord, maar ik neem aan dat hier het Bestuursakkoord met de VNG uit 2007 wordt bedoeld. Het bestuursakkoord bevat inderdaad een inspanningsverplichting voor het Rijk om het daadwerkelijke vertrek uit Nederland van vreemdelingen die geen recht (meer) hebben op verblijf in Nederland zo veel mogelijk te faciliteren en te realiseren. Het faciliteren van een uitgeprocedeerde vreemdeling bij het realiseren van zijn vertrek is sinds 2007 steeds verder uitgebreid. Zo bestaat de mogelijkheid om onderdak te krijgen in een vrijheidsbeperkende locatie. Daarnaast wordt opvang verstrekt gedurende de vertrektermijn van 28 dagen na een afwijzing in de algemene asielprocedure. Door deze maatregelen heeft de uitgeprocedeerde vreemdeling een dak boven zijn hoofd terwijl hij meewerkt aan terugkeer.
    Sinds medio 2011 kunnen gezinnen met minderjarige kinderen terecht in gezinslocaties voor zover bij gebrek aan onderdak van het Rijk een humanitaire noodsituatie dreigt te ontstaan en zolang het vertrek uit Nederland nog niet is gerealiseerd. Al deze maatregelen dragen ertoe bij om zoveel mogelijk te voorkomen dat gemeenten worden geconfronteerd met uitgeprocedeerde asielzoekers in hun gemeente. Een volledig sluitende aanpak kan echter niet worden gegarandeerd omdat de bereidheid van de vreemdeling om actief mee te werken aan zijn terugkeer ook van belang is.
    De vreemdeling moet bereid zijn om mee te werken aan zijn terugkeer als na een zorgvuldige asielprocedure is geoordeeld dat hij geen bescherming in Nederland nodig heeft. Het is immers primair aan de vreemdeling zelf om zijn vertrek uit Nederland vorm te geven. Dat betekent niet dat hij er daarbij alleen voor staat. Hij heeft de mogelijkheid om de hulp van de DT&V in te roepen of zich te wenden tot de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en andere ngo’s. De voornoemde organisaties hebben tot doel om vreemdelingen perspectief te bieden op een duurzame terugkeer naar het land van herkomst. Diverse projecten in het kader van vrijwillige, duurzame terugkeer en herintegratie van organisaties, zoals Maatwerk bij Terugkeer, Stichting WereldWijd, Stichting Nieuwkomers, Vluchtelingenwerk Brabant-Centraal en IOM worden door het Rijk gesubsidieerd.

  • Vraag 4
    Hoe verantwoordt u deze situatie, aangezien de Raad van State heeft geoordeeld dat uitgeprocedeerde Somaliërs niet in vreemdelingendetentie mogen worden gezet omdat er geen zicht is op uitzetting en dat terugkeer dus niet mogelijk is?

    Uw Kamer is op 6 augustus 2012 in antwoord op schriftelijke vragen van het lid Dijksma (PvdA)4 geïnformeerd over de betekenis van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 17 juli 2012. Zoals toen is uitgelegd, ziet de uitspraak op de mogelijkheden tot gedwongen terugkeer in situaties waarin vanaf het vliegveld door de stad Mogadishu gereisd moet worden naar andere delen van Somalië. In mijn brief van 14 december 2012 heb ik u laten weten dat ik op basis van het ambtsbericht over Somalië van eind november, de situatie in Mogadishu niet langer beoordeel als een situatie zoals bedoeld in artikel 15c van de Kwalificatierichtlijn. De situatie in de stad is zodanig verbeterd dat niet langer sprake is van een situatie van willekeurig geweld die zo ernstig is dat een ieder een reëel risico loopt.
    De uitspraak van de Afdeling had geen betekenis voor het toelatings- en opvangbeleid voor personen uit Somalië omdat het uitgangspunt zelfstandig vertrek is, en dit is altijd mogelijk geweest. Somalische vreemdelingen die bereid zijn om terug te keren, kunnen dus terugkeren.
    De beleidswijziging waarover ik u op 14 december 2012 heb bericht, brengt met zich mee dat ook gedwongen terugkeer naar alle delen van Somalië weer mogelijk is. Bij het vertrek uit Nederland heeft zelfstandig vertrek zoals gezegd de voorkeur en indien de vreemdeling hieraan geen medewerking wenst te verlenen, kan worden overgegaan tot gedwongen vertrek. Het gedwongen vertrek naar Somalië zal zorgvuldig opgestart worden. Per individuele vreemdeling wordt bekeken welke vertrekmogelijkheden er zijn.

  • Vraag 5
    Hoeveel Somalische vreemdelingen zijn de afgelopen twee jaar succesvol vrijwillig teruggekeerd?

    Sinds 2010 zijn ongeveer 25 Somalische vreemdelingen zelfstandig teruggekeerd naar Somalië, daarbij gefaciliteerd door de DT&V. Dit betrof zowel Somaliërs uit Zuid- en Centraal Somalië als uit Noord-Somalië.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2012Z21237
Volledige titel: Het bericht dat uitgeprocedeerde Somalische asielzoekers weer op straat zijn gezet
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20122013-857
Volledige titel: Antwoord vragen van de leden Gesthuizen, Voordewind, Van Tongeren, Schouw en Krol over het bericht dat uitgeprocedeerde Somalische asielzoekers weer op straat zijn gezet