Ingediend | 28 augustus 2012 |
---|---|
Beantwoord | 14 september 2012 (na 17 dagen) |
Indiener | Tofik Dibi (GL) |
Beantwoord door | Leers |
Onderwerpen | immigratie migratie en integratie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z15408.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-3455.html |
Ja, ik ben bekend met de recente uitzetting van twee Tamils naar Sri Lanka. In beide zaken loopt nog een rechterlijke procedure. Mede in het belang van betrokkenen, kan ik op dit moment niet ingaan op de inhoud van deze zaken.
Zie antwoord vraag 1.
Ja, ik ben bekend met de brief van Human Rights Watch. In reactie daarop heb ik aangegeven, dat de Nederlandse overheid zich bewust is van de mogelijke problemen waarmee Tamils geconfronteerd kunnen worden bij terugkeer naar Sri Lanka, in het geval dat betrokkene in de belangstelling staat van de Sri Lankaanse autoriteiten. In het landgebonden asielbeleid Sri Lanka zijn de overwegingen van het EHRM met betrekking tot de beoordeling of er sprake is van een reëel risico op schending van artikel 3 EVRM opgenomen. In deze uitspraken geeft het EHRM weer op welke wijze een beroep op artikel 3 EVRM voor een Tamil bij terugkeer naar Sri Lanka dient te worden beoordeeld. Het EHRM benoemt risicofactoren die mede kunnen bepalen of sprake is van een reëel risico.
Het landgebonden asielbeleid wordt voor een groot deel gebaseerd op de algemene ambtsberichten van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Ik verwacht in november een nieuw algemeen ambtsbericht Sri Lanka. In het ambtsbericht zal nadrukkelijk aandacht worden besteed aan de behandeling van teruggekeerde Tamils. De uitkomst daarvan zal ik vanzelfsprekend zorgvuldig beoordelen.
Op dit moment zie ik geen aanleiding om het huidige beleid aan te passen of in afwachting van het eerstvolgende ambtsbericht beslissingen of uitzettingen op te schorten.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 1.