Ingediend | 18 juni 2012 |
---|---|
Beantwoord | 19 juli 2012 (na 31 dagen) |
Indiener | Cora van Nieuwenhuizen (VVD) |
Beantwoord door | Leers |
Onderwerpen | immigratie migratie en integratie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z12214.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-3072.html |
Ja.
Nederland neemt deel aan de mobiliteitspartnerschappen met Armenië, Georgië en Kaapverdië. De Nederlandse bijdrage betreft projecten op het gebied van terugkeer en herintegratie en capaciteitsversterking van migratieautoriteiten. Ook is Nederland betrokken bij het overleg met Azerbeidzjan over een toekomstig mobiliteitspartnerschap. De voorgestelde Nederlandse bijdrage ligt eveneens op het vlak van versterking van migratiemanagement, waaronder terugkeer en herintegratie. Met Marokko en Tunesië is de EU in gesprek over een mobiliteitspartnerschap, maar hierover is nog geen akkoord bereikt. Nederland heeft belangstelling voor het mobiliteitspartnerschap met Marokko. Ook hier gaat de Nederlandse interesse uit naar activiteiten die zicht richten op capaciteitsversterking van migratie autoriteiten en terugkeer en herintegratie, alsmede migratie en ontwikkeling. Met Egypte, Libië en Jordanië zijn nog geen gesprekken gestart over een mobiliteitspartnerschap.
Nee. Mobiliteitspartnerschappen zullen worden gekoppeld aan afspraken over visumfacilitatie. Bij visumfacilitatie blijft de visumplicht bestaan, maar wordt het voor bepaalde bona fide groepen (zakenlieden, wetenschappers, studenten) gemakkelijker gemaakt om een visum te verkrijgen. Het zal derhalve voor kansarme migranten niet gemakkelijker worden om naar de EU of Nederland te komen.
Zoals uiteengezet in de Mededeling inzake de Totaalaanpak van migratie en mobiliteit2, zullen toekomstige mobiliteitspartnerschappen steeds worden gekoppeld aan een visumfacilitatie- én een terug- en overnameovereenkomst. Ook met landen waarmee reeds een mobiliteitspartnerschap is aangegaan is een terug- en overnameovereenkomst afgesloten (Armenië, Georgië en Moldavië). De terug- en overnameovereenkomst met Kaapverdië is op 24 april 2012 geparafeerd en wordt dit najaar ondertekend.
Met landen die niet aanmerking komen voor visumfacilitatie, zal géén mobiliteitspartnerschap worden aangegaan, maar kunnen afspraken over migratiesamenwerking worden gemaakt in de vorm van een Gemeenschappelijke agenda voor migratie en mobiliteit. Nederland zet zich ervoor in dat ook bij een dergelijke Gemeenschappelijke agenda gekoppeld wordt aan afspraken over terugkeer.
Hiertoe bestaat geen aanleiding. Mobiliteitspartnerschappen worden immers reeds gekoppeld aan een terug- en overnameovereenkomst.
Deze opmerking is een opvatting van de journalist van het ANP en kan niet worden toegeschreven aan de betreffende medewerker van de Europese Commissie.
De afspraken over terug- en overname worden vastgelegd in een internationale overeenkomst en zijn daarmee bindend. Indien de gemaakte afspraken niet worden nagekomen, wordt het betreffende land hierover aangesproken in een zogeheten Gemengd Comité Overname. Mocht dit niet tot resultaat leiden, dan zal dat grond zijn voor Nederland om in te zetten op het opschorten of beëindigen van de eventueel aan het mobiliteitspartnerschap gekoppelde visumfacilitatie, volgens het principe van conditionaliteit.