Ingediend | 20 april 2012 |
---|---|
Beantwoord | 23 mei 2012 (na 33 dagen) |
Indiener | Sharon Gesthuizen (GL) |
Beantwoord door | Leers |
Onderwerpen | immigratie migratie en integratie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z08659.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2602.html |
Op basis van het in paragraaf C2/2.10.2 van de Vc 2000 neergelegde beleid wordt van een vreemdeling niet verwacht dat hij zijn gerichtheid in het land van herkomst verborgen houdt. Indien betrokkene aannemelijk heeft gemaakt homoseksueel te zijn, wordt, op grond van de door betrokkene naar voren gebrachte verklaringen en de situatie blijkens de openbare bronnen, beoordeeld in welke mate aan de homoseksuele vreemdeling in het land van herkomst beperkingen worden opgelegd ten aanzien van de beleving van de seksuele geaardheid.
Indien aannemelijk is dat bij het bekend zijn of worden van de seksuele geaardheid in de directe (leef)omgeving van de asielzoeker de opgelegde beperkingen zo ernstig zijn dat er sprake is van vervolging, zal de vreemdeling in beginsel in aanmerking komen voor bescherming op grond van het Vluchtelingenverdrag. Ik zal het beleid hierover verder verduidelijken in de Vreemdelingencirculaire.
Zoals uw Kamer bekend is, ga ik in de beantwoording van Kamervragen in beginsel niet in op het verloop van individuele zaken. Wel kan ik u meedelen dat in de door u genoemde drie zaken het asielrelaas ongeloofwaardig is bevonden. De gestelde seksuele geaardheid in deze zaken wordt geloofwaardig geacht. Echter, de informatie over de positie van de homoseksuelen in de genoemde landen geeft onvoldoende aanleiding voor de conclusie dat de enkele omstandigheid dat betrokkenen homoseksueel zijn, leidt tot vergunningverlening. Uitgangspunt is dat de asielzoeker zijn verklaringen betreffende het asielrelaas, ook met betrekking tot zijn seksuele gerichtheid en de daaraan gerelateerde problemen, aannemelijk moet maken.
Als er sprake is van een actief vervolgingsbeleid naar aanleiding van de strafbaarstelling, waarbij er ook sprake moet zijn van een bestraffingsmaatregel van een zeker gewicht, wordt overgegaan tot het verlenen van een verblijfsvergunning.
De enkele strafbaarstelling is echter niet voldoende.
Zie antwoord vraag 1.
Zoals ik in mijn antwoord op de vragen 1 en 2 heb aangegeven zal, indien aannemelijk is dat bij het bekend zijn of worden van de seksuele geaardheid in de directe (leef)omgeving van de asielzoeker gegronde vrees bestaat voor vervolging, dan wel een reëel risico op een onmenselijke behandeling, de vreemdeling in beginsel in aanmerking kan komen voor bescherming. Dit geldt evenzeer waar het gaat om vervolging wegens religieuze overtuiging of culturele of etnische achtergrond. Dat van een vreemdeling wordt verlangd dit bij terugkeer verborgen te houden, is dan ook niet aan de orde.
Door de IND wordt niet in de geautomatiseerde systemen geregistreerd of een asielzoeker asiel aanvraagt wegens gestelde homoseksualiteit. Een dergelijke registratie acht ik ook in strijd met de Wet bescherming persoonsgegevens.
Mijn uitgangspunt is dat van vreemdelingen met een homoseksuele gerichtheid niet kan worden verwacht dat zij hun geaardheid verbergen. Wat betreft het betrachten van terughoudendheid, wil ik benadrukken dat Nederland niet aan een vreemdeling voorschrijft om terughoudendheid te betrachten bij het uiting geven aan zijn homoseksuele geaardheid. Die terughoudendheid kan onder omstandigheden voortvloeien uit de situatie in het land van herkomst.
Het asielbeleid is niet bedoeld om te garanderen dat personen hun seksuele geaardheid elders op dezelfde wijze kunnen uiten als zij in Nederland zouden kunnen doen. Bij de beoordeling van een asielaanvraag van een homoseksuele vreemdeling wordt door mij beoordeeld of de beperkingen, die in landen van herkomst worden opgelegd, als daad van vervolging moet worden aangemerkt.
Mij is bekend dat in ieder geval in een zaak die betrekking had op een asielzoekster uit Sierra Leone aan de vreemdeling is gesteld dat zij haar leven na terugkeer voort zou kunnen zetten, zoals zij dat eerder gedaan had. Uit haar relaas bleek dat zij haar geaardheid verborgen had gehouden voor haar omgeving. Dit strookt niet met het huidige beleid. Ik beoog met de ook in uw vraag aangehaalde verdere verduidelijking van de Vreemdelingencirculaire te voorkomen dat een dergelijke situatie zich in de toekomst nog voor zal doen.