Ingediend | 29 maart 2012 |
---|---|
Beantwoord | 20 april 2012 (na 22 dagen) |
Indieners | Sharon Gesthuizen (GL), Joël Voordewind (CU), Myrthe Hilkens (PvdA), Tofik Dibi (GL), Gerard Schouw (D66) |
Beantwoord door | Leers , Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | bestuur gemeenten migratie en integratie organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z06451.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2287.html |
Ja, ik ben bekend met de zorgen die een aantal gemeenten heeft geuit in de uitzending van Nieuwsuur van 23 maart jl.
Zoals ik ook in de beantwoording van de schriftelijke vragen van Voordewind (ChristenUnie), Recourt (PvdA), Dibi (GroenLinks), Schouw (D66) en Gesthuizen (SP) van 21 maart jl. heb aangegeven is het doel van de Resultaatafspraak Intensivering Vreemdelingentoezicht 2012–2014, het borgen van de inzet op de politiële vreemdelingentaak door de politie. Eerder gemaakte afspraken en regelgeving blijven hierbij van toepassing. Zo blijf ik de hoogste prioriteit geven aan het aanpakken van criminele en overlastgevende vreemdelingen. Fundamentele rechten zoals het recht op noodzakelijke medische zorg en het recht op onderwijs voor leerplichtige kinderen zijn en blijven uiteraard gewaarborgd.
Ten overvloede wil ik er nog op wijzen dat in artikel 50 van de Vreemdelingenwet 2000 is vastgelegd dat ambtenaren belast met het toezicht op vreemdelingen en de ambtenaren belast met de grensbewaking alleen bevoegd zijn om personen staande te houden als op grond van feiten en omstandigheden, naar objectieve maatstaven gemeten, sprake is van een redelijk vermoeden van illegaal verblijf.
Indien de politie optreedt ter handhaving van de openbare orde en ter uitvoering van de hulpverleningstaak in de gemeente staat zij onder het gezag van de burgemeester (artikel 12 Politiewet 1993). In het kader van zijn gezag kan de burgemeester eigenstandig prioriteiten stellen met betrekking tot de politie-inzet in zijn gemeente. De uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000 is een onderdeel van de politietaak. Indien de politie optreedt ter uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000, staat zij op grond van artikel 48 van die wet onder mijn gezag.
Met de Resultaatafspraak Intensivering Vreemdelingentoezicht 2012–2014 geef ik invulling aan mijn gezagstaak. Met de voorzitter van de Raad van Korpschefs is afgesproken dat de politie zelf bepaalt hoe zij de stijging van het aantal overdrachtsdossiers realiseert. Afhankelijk van de couleur locale kan het accent per regio op een andere inspanning liggen. Op deze wijze kan aan de lokale omstandigheden recht worden gedaan. Wel is in de resultaatafspraak neergelegd dat de prioritering in het vreemdelingentoezicht gehandhaafd blijft: de aanpak van criminele en overlastgevende vreemdelingen heeft de hoogste prioriteit. Daarnaast richt de politie zich ook op andere vreemdelingen die geen verblijfsvergunning (meer) hebben. Dit gebeurt op basis van de bestaande capaciteit.
Illegaliteit leidt tot belasting van de samenleving en een kwetsbare positie van de illegaal verblijvende vreemdelingen. Zo wijst onderzoek door het WODC2 bijvoorbeeld uit dat veel illegalen slecht gehuisvest zijn en onder slechte arbeidsomstandigheden werken. Daarom is de aanpak van illegaal verblijf in Nederland een van de speerpunten van het kabinetsbeleid. Een consequente aanpak van illegaal verblijf is essentieel voor het draagvlak voor het immigratie- en asielbeleid. Ik ben hierom van mening dat de politie zich moet richten op het bestrijden van illegaliteit in zijn algemeenheid, waarbij in het bijzonder wordt ingezet op criminele en overlastgevende personen.
De politie houdt bij de uitvoering van haar taak vanzelfsprekend rekening met kwetsbare groepen als minderjarige, oudere en zieke illegalen en mogelijke slachtoffers van mensenhandel.