Ingediend | 19 maart 2012 |
---|---|
Beantwoord | 11 april 2012 (na 23 dagen) |
Indiener | Diederik Samsom (PvdA) |
Beantwoord door | Leers |
Onderwerpen | immigratie migratie en integratie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z05490.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2173.html |
Ja.
De situatie van homoseksuelen in Oeganda is en blijft zorgelijk en heeft voortdurend mijn aandacht. Een asielzoeker uit Oeganda die aannemelijk maakt dat hij vanwege zijn seksuele gerichtheid een gegronde vrees heeft voor vervolging komt in aanmerking voor een verblijfsvergunning. De situatie in Oeganda wordt op een zodanig wijze meegewogen in de individuele beslissingen dat een homoseksuele asielzoeker reeds in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning indien hij met geringe indicaties aannemelijk heeft gemaakt dat hij een gegronde vrees heeft voor vervolging.
De asielaanvraag van de betrokken vreemdeling is afgewezen, hetgeen in beroep en hoger beroep bekrachtigd is. Hij verblijft in het detentiecentrum in Rotterdam. De nationaliteit van betrokkene is bevestigd door de Oegandese vertegenwoordiging, maar afgifte van een reisdocument (laissez-passer) kan niet eerder plaatsvinden dan na ondertekening van een verklaring van nationaliteit, hetgeen betrokkene tijdens zijn detentieperiode geweigerd heeft. In de jurisprudentie is bevestigd dat van een vreemdeling verwacht mag worden dat hij volledig meewerkt aan zijn terugkeer. Hieronder valt ook het tekenen van een verklaring.
Begin 2011 heb ik informatie laten verzamelen uit diverse bronnen en heb ik, via het ministerie van Buitenlandse Zaken, informatie opgevraagd bij de Nederlandse ambassade in Kampala. Homoseksualiteit is, net als in veel andere Afrikaanse en Arabische landen, maatschappelijk gezien niet geaccepteerd in Oeganda en daaruit vloeien discriminatie en pesterijen voort. Er vindt echter geen vervolging plaats door politie en justitie op basis van het huidige verbod op «tegennatuurlijke seksuele gemeenschap»
Uit genoemde informatie blijkt dat het initiatiefvoorstel van een individueel parlementslid waarin werd voorgesteld om voor homoseksualiteit de doodstraf in te voeren, – mede vanwege internationale druk – officieel niet gesteund wordt door de regering van Oeganda. De Oegandese premier heeft namens zijn kabinet in een schriftelijke verklaring opnieuw laten weten dat het wetsvoorstel geen onderdeel vormt van zijn wetgevingsprogramma en dat hij hiervan dan ook afstand neemt.
Ik zie naar aanleiding hiervan geen aanleiding om iedere homoseksuele asielzoeker uit Oeganda in aanmerking te laten komen voor een asielvergunning dan wel de uitzetting van afgewezen Oegandese homoseksuele asielzoekers op te schorten. Wel zal ik de behandeling van het wetsvoorstel zorgvuldig volgen. Zoals eerder in de beantwoording aangegeven wordt de situatie in Oeganda op een zodanig wijze meegewogen in de individuele beslissingen dat slechts een geringe indicatie voldoende is om in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning.
Zie antwoord vraag 3.
Op dit moment zie ik daar geen aanleiding toe. Algemene ambtsberichten kan ik aanvragen voor de belangrijkste herkomstlanden van asielzoekers teneinde landgebonden asielbeleid te kunnen bepalen. Voor veel landen van herkomst is geen (thematisch) ambtsbericht beschikbaar. Dat is in veel gevallen ook niet nodig omdat informatie uit andere openbare bronnen, zoals Human Rights Watch, Amnesty International en de UNHCR, veelal voldoende is om zorgvuldig op asielverzoeken te kunnen beslissen. Daarnaast maakt het aantal asielzoekers uit een bepaald herkomstland onderdeel uit van de overweging om al dan niet een (thematisch) ambtsbericht aan te vragen. Eerst wanneer specifieke asielvraagstukken niet kunnen worden beantwoord, omdat de betreffende informatie onvoldoende of tegenstrijdig is, bestaat aanleiding een (thematisch) ambtsbericht te vragen. Dit is voor wat betreft de situatie in Oeganda niet het geval.
Voor de beantwoording van deze vraag verwijs ik u naar het antwoord op vraag 2.
Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van het lid Samsom (PvdA) over de geplande uitzetting van een homoseksuele asielzoeker naar Oeganda, die werden ingezonden op 19 maart 2012 met kenmerk 2012Z05490, deel ik u mee dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De oorzaak hiervan is dat nog niet alle gegevens zijn verkregen die voor de beantwoording nodig zijn. Beantwoording zal plaatsvinden zodra alle informatie is verkregen.