Ingediend | 5 maart 2012 |
---|---|
Beantwoord | 18 april 2012 (na 44 dagen) |
Indiener | Pieter Omtzigt (CDA) |
Beantwoord door | Henk Kamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (VVD) |
Onderwerpen | arbeidsvoorwaarden ouderen sociale zekerheid werk |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z04105.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2259.html |
Ja
Ja. Ondernemingsraden hebben conform artikel 27 ten aanzien van regelingen die ondergebracht zijn bij een pensioenverzekeraar instemmingsrecht over zowel de pensioenovereenkomst als de uitkeringsovereenkomst (zie Aanhangsel van de Handelingen 2009/10, 2601 en Kamerstukken 2007/08, 31 226, nr. G).
Nee. Ik zie in de praktijk geen problemen met betrekking tot de huidige formulering.
Ja. In beginsel bindt instemming van de OR de individuele medewerker niet. Wel kan in voorkomende gevallen in het arbeidscontract van een individuele medewerker zijn opgenomen, dat wijziging van specifieke arbeidsvoorwaarden bindend is als de OR hiermee heeft ingestemd. Dan bindt instemming van de OR de medewerker wel.
Ja. De fiscale wetgeving bepaalt alleen de (voorwaarden voor) fiscale facilitering van pensioen. Deze regelgeving staat in beginsel los van de civielrechtelijke mogelijkheden voor de vormgeving van de pensioenovereenkomst. Tegelijkertijd heeft deze wetgeving in de praktijk grote invloed op de uiteindelijke pensioenregeling. Zowel werkgevers als werknemers willen immers in aanmerking blijven komen voor toepassing van de omkeerregel. Overigens kunnen werkgevers een eenzijdig wijzigingsvoorbehoud hebben overeengekomen voor gewijzigde fiscale regelgeving.
Ja. Een pensioenovereenkomst is een afspraak tussen werkgevers en werknemers. Zij hebben altijd de mogelijkheid over een eerder gesloten overeenkomst te heronderhandelen. Het kan zijn dat er bij de totstandkoming van de overeenkomst afspraken zijn gemaakt over compenserende maatregelen bij wijziging van fiscale pensioenwetgeving.
Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van het lid Omtzigt (CDA) over de publicatie «Ondernemingsraad en Pensioen» niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is omdat er voor de beantwoording hiervan nader overleg met mijn collega van Financiën nodig is.