Ingediend | 20 februari 2012 |
---|---|
Beantwoord | 12 maart 2012 (na 21 dagen) |
Indieners | Joram van Klaveren (PVV), Lilian Helder (PVV) |
Beantwoord door | Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie organisatie en beleid recht religie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z03212.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1800.html |
Ja.
Iedereen die zich in Nederland bevindt moet zich houden aan de Nederlandse wet. Van een categorische uitzondering voor aanhangers van een bepaalde religie kan geen sprake zijn. Uitzonderingen zijn slechts mogelijk als de wet daarin voorziet met het oog op de vrijheid van godsdienst. Indien er discussie ontstaat over de vraag hoe de wet in een concreet geval uitgelegd moet worden dan is het oordeel daarover aan de rechter. De omstandigheden van de casus zijn dermate specifiek dat hier aan geen algemene conclusies over de relatie tussen religieuze plichten en de Nederlandse wet verbonden kunnen worden. Het OM heeft beroep tegen de uitspraak van de kantonrechter ingesteld. Het oordeel van de rechter over deze casus is daardoor nog niet definitief. Ik onthoud mij daarom van een oordeel over wat dit vonnis betekent voor de relatie tot religieuze plichten en de wet.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.