Ingediend | 4 oktober 2011 |
---|---|
Beantwoord | 26 oktober 2011 (na 22 dagen) |
Indiener | René Leegte (VVD) |
Beantwoord door | Joop Atsma (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (CDA) |
Onderwerpen | lucht natuur en milieu stoffen |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z19237.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-420.html |
Ik heb kennis genomen van dat persbericht.
Het onderhavige type voertuig is voorzien van tal van technische voorzieningen om het brandstofverbruik te beperken. Cilinderuitschakeling bij lage snelheden en acceleraties is daar één van. Volkswagen geeft zelf aan dat het effect in de testcyclus 0,4 liter per 100 km is, oplopend tot bijna 1 liter per 100 km bij een constante snelheid van ca. 50 km/h in derde of vierde versnelling. Het is wel zo dat de cilinderuitschakeling alleen plaatsvindt bij een rustige rijstijl. Een bestuurder met een wat «zwaardere» rechtervoet zal er daarom minder of geen baat bij hebben.
Het is algemeen bekend dat de verbruikscijfers in de officiële verbruikstest om meerdere redenen een geflatteerd beeld geven van de werkelijkheid. Dat ligt deels aan de testcyclus, die onvoldoende representatief is voor het rijgedrag van de gemiddelde bestuurder. Voor een ander deel komt dit doordat de bestaande Europese richtlijnen nogal wat ruimte bieden aan de fabrikanten om voor de test een geprepareerd voertuig in te zetten, dat qua accessoires en afstellingen niet echt representatief is voor de latere gemiddelde serieproductie. Beide lacunes in de bestaande wetgeving zijn onderwerp van een herziening in UN-ECE kader. Nederland is hier nauw bij betrokken, en maakt zich sterk voor een meetprocedure voor het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot die cijfers oplevert die beter overeenstemmen met de praktijk.
In schriftelijke Kamervragen is deze problematiek eerder aan bod gekomen2. Daarbij is aangegeven dat TNO in een onderzoek3 heeft geconcludeerd dat de officiële verbruikstest een goede methode is voor het onderling vergelijken van het brandstofverbruik van auto’s. In de praktijk liggen verbruikswaarden weliswaar dichter bij elkaar maar zuinigere auto’s op grond van de officiële verbruikstest blijken ook in de praktijk zuiniger.
Overigens is het niet zo dat het uitschakelen van cilinders alleen in de officiële test voordelen biedt. In de praktijk zullen de verbruiksvoordelen van cilinderuitschakeling bij een rustige rijstijl evenzeer optreden. Bij «meer dynamische rijomstandigheden» in de praktijk zullen de voordelen echter minder zijn dan gedurende de officiële test. Van dit verschijnsel is echter ook sprake bij diverse andere technieken sprake die door fabrikanten worden ingezet om auto’s zuiniger te maken.
Het terugdringen van het verschil tussen testverbruik en praktijkverbruik staat internationaal hoog op de agenda, en Nederland participeert actief in het UN-ECE proces om tot betere wetgeving op dat terrein te komen. Met het Programma «Het nieuwe rijden» wordt verder gestimuleerd dat er in de praktijk zuiniger met auto’s wordt gereden. Door in een zo hoog mogelijke versnelling rijden, het voertuig in de versnelling uit te laten rollen voor het stoppen en de juiste bandenspanning toe te passen kan het praktijkverbruik van auto’s worden teruggebracht.