Ingediend | 31 augustus 2011 |
---|---|
Beantwoord | 7 september 2011 (na 7 dagen) |
Indiener | Sadet Karabulut |
Beantwoord door | Paul de Krom (staatssecretaris sociale zaken en werkgelegenheid) (VVD) |
Onderwerpen | bestuur gemeenten werk werkgelegenheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z16638.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3574.html |
De regering vindt dat iedereen die kan werken, moet werken. Iedereen moet er dan ook alles aan doen om dat werk te verwerven en is hier in de eerste plaats zelf voor verantwoordelijk. Waar nodig kunnen gemeenten ondersteuning bieden. Gemeenten zijn in hoge mate vrij om die instrumenten in te zetten die nodig zijn. Dat loopt van opleidingen en leerwerkplekken tot begeleiding op de werkvloer.
In 2004 is – voortvloeiend uit de in het Convenant Gesubsidieerde Arbeid 2003 vastgelegde afspraken – de regeling voor gesubsidieerde arbeid afgeschaft en zijn de hiermee gemoeide middelen in het werkdeel WWB opgenomen. Om de overgang van ID-banen naar reguliere arbeid te stimuleren is toentertijd rijksbreed € 170 mln. beschikbaar gesteld. Gesubsidieerde arbeid is kostbaar en legt een relatief groot beslag op het re-integratiebudget. Mede om die redenen heeft een groot aantal gemeenten sindsdien het volume gesubsidieerde arbeid (bijna) volledig afgebouwd. Deze afbouw is weergegeven in onderstaande grafiek.
Bron: CBS, Statistiek Re-integratie Gemeenten
Wegens de decentralisatie is het aan de gemeenten in hoeverre en in welk tempo zij de gesubsidieerde arbeid afbouwen. Zij leggen over hun beleid verantwoording af aan de gemeenteraad, niet aan het Rijk. Er zijn daarom geen gedetailleerde gegevens beschikbaar over functies, instellingen of aantallen. Op macroniveau was eind 2010 sprake van 7 700 gesubsidieerde arbeidsplaatsen.
Zie antwoord vraag 1.
De afbouw van gesubsidieerde arbeid vindt plaats sinds 2004. De wijze van afbouw van WIW en ID-banen is een verantwoordelijkheid van gemeenten. Het is aan de betrokkenen zelf en instellingen waar zij werkzaam zijn, om tijdig te anticiperen op maatregelen die gemeenten hebben getroffen of zullen treffen. Mensen kunnen zich uiteraard wenden tot gemeenten/werkpleinen voor ondersteuning bij het vinden van werk.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
Werknemers zijn primair zelf verantwoordelijk voor het vinden van een geschikte baan. Gemeenten en werkpleinen kunnen hierbij ondersteunen. Het gaat hierbij dus niet om het geven van garanties, maar om het – waar nodig met hulp vanuit de gemeente – recht doen aan de eigen verantwoordelijkheid van betrokkene.
Het kabinet is van mening dat de re-integratiemiddelen efficiënter en effectiever kunnen worden ingezet. Vanaf 2013 zal de regering de huidige re-integratiebudgetten voor Wajong, Wsw en WWB samenvoegen in een gebundeld re-integratiebudget. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het vormgeven van het re-integratie- en uitstroombeleid en de inzet van participatiemiddelen. De gemeenten behouden derhalve ook de mogelijkheid om gesubsidieerde arbeid in te zetten als één van de instrumenten voor de toeleiding naar werk. In onderstaande tabel is – zoals uw Kamer eerder is gemeld – de besparing weergegeven.
2012
2013
2014
2015
structureel
Gerichte re-integratie en begeleiding ontschotte WWB, Wsw en Wajong
– 400
– 490
– 620
– 690
– 500
Zie antwoord op vragen 1 en 2
Ja.