Kamervraag 2011Z16475

Het bericht dat de Turkse moslimextremist E. in Nederland asiel heeft aangevraagd

Ingediend 26 augustus 2011
Beantwoord 14 oktober 2011 (na 49 dagen)
Indieners Coşkun Çörüz (CDA), Raymond Knops (CDA)
Beantwoord door
Onderwerpen criminaliteit immigratie migratie en integratie openbare orde en veiligheid terrorisme
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z16475.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-307.html
1. www.vk.nl, 24 augustus 2011.
  • Vraag 1
    Kent u het bericht dat de Turkse moslimextremist E. in Nederland Asiel heeft aangevraagd?1

    Uw Kamer heeft vragen gesteld over een asielaanvraag die in Nederland is ingediend door een vermeende Turkse moslimextremist, gelieerd aan de Turkse Hezbollah. Met dit schrijven beantwoord ik, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, uw vragen voor zover dat hangende het onderzoek en binnen de beantwoordingstermijn voor Kamervragen, mogelijk is. Ik hecht eraan te benadrukken dat wij scherp letten op aanwijzingen dat een vreemdeling betrokken is geweest bij terroristische activiteiten opdat hem in voorkomende gevallen een verblijfsvergunning wordt onthouden. Daarbij beklemtoon ik ten zeerste dat Nederland geen vrijhaven is en wil zijn voor terroristen.
    Hoewel iedereen het recht heeft om buiten zijn land van herkomst bescherming te vragen, biedt (inter)nationale wet- en regelgeving de mogelijkheid om aan diegenen die zich daadwerkelijk (mede)schuldig hebben gemaakt aan terroristische activiteiten, verblijf te ontzeggen. In dit verband verwijs ik u naar de beantwoording van vragen van uw Kamer (Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, Aanhangsel, nr. 999) waarin is toegelicht op welke wijze een asielstatus wordt onthouden aan personen die een gevaar vormen voor de nationale veiligheid of personen op wie artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag van toepassing is.
    Binnen het beslisproces van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is altijd nadrukkelijk aandacht voor de toepasselijkheid van artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag en andere aspecten die raken aan de openbare orde of nationale veiligheid. De IND beschikt over twee gespecialiseerde units die belast zijn met de behandeling van zaken waarin het vermoeden bestaat dat sprake is van gedragingen als bedoeld in artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag en met zaken waarin de nationale veiligheid mogelijk in het geding is.
    Als er aanwijzingen zijn dat de vreemdeling mogelijk (mede)verantwoordelijk is voor gedragingen als bedoeld in artikel 1F vindt een zogenoemde eerste beoordeling plaats, waarbij onderzocht wordt met welke gedragingen de vreemdeling in verband kan worden gebracht. Daarna volgt een uitgebreid gehoor door een gespecialiseerde medewerker. Het relaas van de vreemdeling wordt beoordeeld tegen de achtergrond van gedetailleerde landeninformatie. Zo nodig en indien daartoe de mogelijkheid bestaat, vindt ook onderzoek plaats door het ministerie van Buitenlandse Zaken naar de gedragingen van de vreemdeling in het land van herkomst.
    Uw vraag hoeveel Hezbollah-activisten in de afgelopen jaren in Nederland om asiel hebben gevraagd kan ik op dit moment niet concreet beantwoorden. Hoewel deze informatie wel beschikbaar is in de betreffende individuele dossiers, wordt dit niet in de IND systemen geregistreerd op een wijze die het mogelijk maakt hierover op geautomatiseerde wijze te rapporteren. Het genereren van het gevraagde cijfer zou daarom een onevenredig tijdrovend handmatig dossieronderzoek vergen. Hierbij merk ik met nadruk op dat het plegen en/of ondersteunen van terroristische activiteiten in beginsel moet worden opgevat als een ernstig niet-politiek misdrijf in de zin van artikel 1F onder b. Deelnemers aan en ondersteuners van terrorisme worden op deze grond uitgesloten van het Vluchtelingenverdrag. Hoewel sommige personen op wie artikel 1F van toepassing is niet kunnen worden uitgezet naar het land van herkomst vanwege een artikel 3 EVRM-beletsel, rust op alle personen op wie artikel 1F van toepassing is en wiens aanvraag is afgewezen de rechtsplicht om Nederland te verlaten.
    Voorts kan ik u melden dat vooralsnog door Turkije, in de in uw vragen genoemde afzonderlijke zaak, geen verzoek om uitlevering is ingediend.

  • Vraag 2
    Klopt de berichtgeving dat deze man in Turkije is veroordeeld voor het plegen van gewelddadige aanslagen uit naam van de Turkse Hezbollah?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Heeft Turkije inmiddels om uitlevering van deze persoon gevraagd? Op welke manier zult u bevorderen, indien er inderdaad sprake is van een veroordeling van E., dat hij zo snel mogelijk naar Turkije terugkeert om daar zijn straf uit te zitten?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 4
    Kunt u aangeven hoeveel asielaanvragen jaarlijks vanuit Turkije in de EU en Nederland worden gedaan en hoeveel daarvan worden gehonoreerd?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Mededeling - 19 september 2011

    Naar aanleiding van een drietal schriftelijke vragen, deel ik u mee dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De oorzaak hiervan is dat nog niet alle gegevens zijn verkregen die voor de beantwoording nodig zijn. Het betreft hier de kamervragen van de kamerleden Wilders en Fritsma (beiden PVV) over het bericht dat een Turkse moslimextremist asiel heeft aangevraagd in Nederland, die werden ingezonden op 24 augustus 2011. De kamervragen van de kamerleden Gesthuizen en Karabulut (beiden SP) over het bericht dat een Turkse moslimextremist asiel heeft aangevraagd in Nederland, die werden ingezonden op 24 augustus 2011. De kamervragen van de kamerleden Knops en Çörüz (beiden CDA) over het bericht dat de Turkse moslimextremist E. in Nederland asiel heeft aangevraagd, die werden ingezonden op 26 augustus 2001. Beantwoording zal plaatsvinden zodra alle informatie is verkregen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z16475
Volledige titel: Vragen van de leden Knops en Çörüz (beiden CDA) aan de ministers voor Immigratie en Asiel en van Buitenlandse Zaken over het bericht dat de Turkse moslimextremist E. in Nederland asiel heeft aangevraagd (ingezonden 26 augustus 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20112012-307
Volledige titel: Vragen van de leden Knops en Çörüz (beiden CDA) aan de ministers voor Immigratie en Asiel en van Buitenlandse Zaken over het bericht dat de Turkse moslimextremist E. in Nederland asiel heeft aangevraagd (ingezonden 26 augustus 2011).