Ingediend | 18 juli 2011 |
---|---|
Beantwoord | 7 september 2011 (na 51 dagen) |
Indiener | Hans Spekman (PvdA) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | immigratie migratie en integratie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z15622.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3556.html |
Ja. In de bijlage treft u een afschrift aan van mijn antwoord dat ik op 7 juli jl. heb verstuurd naar de gemeente Den Haag.
De beëindiging van het experiment en van de financiering door het Rijk is een gevolg van de afspraken die door het vorige kabinet zijn gemaakt in overleg met de betrokken gemeenten bij de start van het experiment. Bij de start van het experiment is afgesproken dat het experiment op 1 april 2011 zou aflopen. Verder zijn ook afspraken gemaakt over een gemaximeerde bijdrage van het Rijk gedurende de looptijd van het experiment. Het Rijk is deze afspraken nagekomen. Van een besluit om vanaf 1 juli 2011 geen budget meer ter beschikking te stellen is dan ook geen sprake.
Dit neemt niet weg dat ik begrip heb voor de zorgen van de gemeenten en hun daarom ook enige ruimte heb geboden. Zo heb ik, op verzoek van de gemeenten, besloten tot een afbouwfase tot 1 juli 2011. Deze afbouwfase vormt echter geen formele verlenging van het experiment. Vervolgens heb ik toegezegd dat de afspraken die tijdens de afbouwfase zijn gemaakt met de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), worden voortgezet totdat ik op basis van het rapport van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) een besluit heb genomen over de continuering van dit experiment. Tot slot heb ik ook toegezegd dat de door het Rijk verstrekte financiële bijdrage verder kon worden gebruikt tijdens de afbouwfase voor zover de deelnemende gemeenten dit bedrag nog niet volledig hebben uitgeput.
Of voortzetting van dit experiment zinvol en mogelijk is, besluit ik pas op basis van een beoordeling van het rapport van het WODC. Ik zal uw Kamer hierover binnenkort informeren.
Met betrekking tot de gevraagde cijfers rond terugkeer verwijs ik u naar de Rapportage Vreemdelingenketen die uw Kamer periodiek ontvangt. Dublinclaimanten maken inderdaad deel uit van de terugkeercijfers, maar anders dan de vraag veronderstelt, is dit niet ten onrechte. Immers, het betreft hier daadwerkelijk aantoonbaar vertrek ingevolge de vertrekplicht van de betrokken vreemdelingen waarvoor de DT&V de benodigde inspanningen dient te plegen.
Dat criminele vreemdelingen buiten de caseload van de DT&V worden gehouden is onjuist. Het Vreemdelingen in de Strafrechtketen-protocol (VRIS-protocol) heeft precies tot doel om criminele vreemdelingen zo snel mogelijk in de caseload van de DT&V op te nemen.
Voor zover de vraag meer specifiek ziet op de terugkeercijfers ten aanzien van ex-amv’s, verwijs ik u naar de schriftelijke reactie die uw Kamer binnenkort zal ontvangen naar aanleiding van het rapport van het WODC over het experiment Perspectief.
Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van het lid Spekman (PvdA), over de brief van negentien gemeenten over het gedwongen moeten stoppen met het opvangen van ex-ama’s, die werden ingezonden op 18 juli 2011, deel ik u mee dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De oorzaak hiervan is dat nog niet alle gegevens zijn verkregen die voor de beantwoording nodig zijn. Beantwoording zal plaatsvinden zodra alle informatie is verkregen.