Ingediend | 20 mei 2011 |
---|---|
Beantwoord | 1 juli 2011 (na 42 dagen) |
Indieners | Stientje van Veldhoven (D66), Gerard Schouw (D66) |
Beantwoord door | Piet Hein Donner (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | bestuur natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu provincies |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z10553.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3039.html |
In het betreffende bericht wordt verwezen naar een op verzoek van het ministerie van EL&I uitgevoerde beknopte inventarisatie van burgerparticipatie in provinciaal landschapsbeleid. Een van de conclusies van de onderzoekers is dat er een grote hoeveelheid en diversiteit aan instrumenten is die door de provincies wordt toegepast. In alle fasen van de beleidscyclus zetten provincies beleidsinstrumenten met een component burgerparticipatie in. Burgers worden vooral geïnformeerd, geconsulteerd en een adviserende rol gegeven. Naar mijn mening doet het bericht onvoldoende recht aan de inspanningen die provincies op dit terrein worden verricht.
In de Agenda Landschap is onder het motto «het wordt mooier als u meedoet» het belang van de betrokkenheid van burgers en ondernemers bij het landschap onderschreven. In het kader van deze Agenda – die inmiddels vrijwel is afgerond – heeft het rijk een aantal acties uitgevoerd om te helpen faciliteren dat betrokkenheid bij en participatie van burgers in het landschap wordt versterkt. Zo is onder meer samen met de provincies en een aantal andere partijen een communicatiecampagne «Een mooier Landschap, maak het mee» gestart, is een vijftal burgerinitiatieven ondersteund met kennis en procesbudget en heeft een Community of Practice plaatsgevonden voor lokale landschapscoördinatoren die participatie van burgers in het landschapsbeleid willen versterken. Daarnaast heeft onderzoeksinstituut Alterra uitgebreid onderzoek verricht naar vele aspecten van burgerparticipatie in relatie tot landschap hetgeen geresulteerd heeft in een vijfdelige reeks Burgers en Landschap. Er is dus al sprake van een gesprek over burgerparticipatie, niet alleen met provincies maar met een bredere groep van betrokkenen die van betekenis is voor het landschap.
Vanzelfsprekend – en daarin verschilt landschapsbeleid niet van andere beleidsvelden – is lokaal draagvlak essentieel voor het bereiken van doelen. Zoals ook uit dit onderzoek blijkt, laat de praktijk een grote variatie zien in de wijze waarop burgers worden betrokken bij het landschapsbeleid.
De conclusie zoals hier door u verwoord deel ik niet. De onderzoekers constateren dat door de provincies met name de eerste drie treden van de participatieladder (informeren, raadplegen en adviseren) worden benut bij het betrekken van burgers. Het coproduceren en meebeslissen door burgers is, aldus de provinciale respondenten, meer aan de orde op het lokale niveau. Dat wil zeggen bij concrete projecten. Hiervan zijn overigens ook inspirerende voorbeelden bekend.
Actieve burgers vragen om een andere overheid. In het algemeen blijkt uit de praktijk dat het betrekken van grote en diverse groepen burgers bij beleid, hoe gewenst ook, een lastige opgave is. Dit vraagt om een nieuwe ambtelijke, bestuurlijke en politieke cultuur die nog volop in ontwikkeling is. Dit geldt des te meer wanneer er niet alleen sprake is van burgerparticipatie maar van burgerinitiatief. In het najaar zullen wij de Tweede Kamer hier nader over informeren met de agenda hedendaags burgerschap. Deze is aangekondigd in de brief over de wijkenaanpak van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Kamerstuk 30 995, nr. 87).
Zoals u weet heeft het kabinet besloten een groot deel van de taken met betrekking tot het landschaps- en natuurbeleid te decentraliseren naar de provincies. Ik hecht er aan te vermelden dat het aan de provincies – en gemeenten – zelf is te besluiten op welke wijze zij burgers willen betrekken bij de ontwikkeling en -uitvoering van hun landschapsbeleid.
Wij ondersteunen andere overheden daar wel in. Zo werkt de Vereniging Nederlandse Gemeenten samen met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan het programma In Actie met Burgers. Dit programma richt zich op het stimuleren van burgerparticipatie bij beleid op het lokale niveau door lokale bestuurders te informeren en hen te stimuleren burgers beter te betrekken bij beleid en ruimte te bieden voor burgerinitiatieven. Ook (ambtelijke) professionals worden ondersteund. Zie onder meer het participatieportal.nl.
Het Centrum Publieksparticipatie (CPP) werkt in opdracht van verschillende departementen. Het adviseert over de wijze waarop het publiek passend en professioneel betrokken wordt bij de besluitvorming over projecten en ondersteunt waar nodig de bewaking van het participatieproces en de uitvoering ervan. Het CPP gaat zich de komende maanden oriënteren op verbreding van haar dienstverlening naar provincies en gemeenten. Verder is er vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een aantal publicaties verschenen die tot doel hebben verschillende doelgroepen te helpen bij het vormgeven van burgerparticipatie, zoals «Procesbegeleiding in participatietrajecten» voor professionals en «De raad en burgerparticipatie» voor (nieuwe) raadsleden.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 4.
Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van de leden Schouw en Van Veldhoven (beiden D66) over het bericht dat provincies de burger niet laten meebeslissen, die werden ingezonden op 20 mei jongstleden, deel ik u mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie mee dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. Oorzaak hiervan is dat nog niet alle gegevens zijn verkregen. Beantwoording zal plaatsvinden zodra alle informatie is verkregen.