Ingediend | 20 april 2011 |
---|---|
Beantwoord | 16 mei 2011 (na 26 dagen) |
Indiener | Cynthia Ortega-Martijn (CU) |
Beantwoord door | Piet Hein Donner (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | bestuur cultuur en recreatie de nederlandse antillen en aruba recht religie staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z08432.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2508.html |
Mij is geen specifiek voor de Rooms-Katholieke kerk getroffen overgangsregeling bekend. Voor alle geestelijken die op 9-10-2010 in dienst waren van het land Nederlandse Antillen, ongeacht het kerkgenootschap waartoe ze behoren, geldt de gedragslijn dat hun rechtspositie zal worden gerespecteerd tot het moment van beëindiging (door ontslag of overlijden) van die rechtspositie. Tevens is bepaald dat, vanwege de scheiding tussen kerk en staat, per 10-10-2010 en daarna geen nieuwe aanstellingen van geestelijken in overheidsdienst meer zullen plaatsvinden.
Ik heb van het land Nederlandse Antillen geen informatie ontvangen over een op handen zijnde aanstelling, dan wel een toezegging daartoe, van een nieuwe predikant van de Protestantse kerk op Bonaire, noch over of, en zo ja waarom, daar vertraging in zou zijn opgetreden.
Ik ben van mening dat er geen sprake is van ongelijke behandeling. Voor alle in dienst van het land Nederlandse Antillen zijnde geestelijken is, ongeacht het kerkgenootschap waartoe men behoort, eenzelfde gedragslijn gevolgd: het respecteren van de bestaande rechtspositionele verhouding. Voor geen der kerkgenootschappen is een aparte regeling getroffen.
Aangezien er geen overgangsregeling is, doch slechts het respecteren van bestaande rechtspositionele aanspraken van individuele personen, kan ik ook geen regeling toepassen.
De vereffeningscommissie (opvolger van de boedelscheidingscommissie) zal haar werkzaamheden op korte termijn aanvangen. Ik verwacht na de zomer meer duidelijkheid te hebben over wanneer de commissie haar werk kan afronden. Mijn eerdere toezegging heeft als achtergrond dat bezien moet worden of het voormalige land Nederlandse Antillen haar verplichtingen van voor 10 oktober 2010 is nagekomen. Waar dat niet het geval is, dient dat in de commissie aan de orde te komen en besluitvorming voorbereid te worden. In het voorkomende geval is dat, omdat er voor zover mij bekend geen sprake is van een toezegging van het land Nederlandse Antillen aan een (beoogd) predikant van de Protestantse kerk, niet aan de orde.