Ingediend | 29 maart 2011 |
---|---|
Beantwoord | 18 april 2011 (na 20 dagen) |
Indieners | Geert Wilders (PVV), Joram van Klaveren (PVV) |
Beantwoord door | Piet Hein Donner (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | cultuur cultuur en recreatie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z06470.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2273.html |
Ja
De financiering van een op te richten bouwwerk is een zaak van de initiatiefnemer. Vanwege de grondwettelijke godsdienstvrijheid mengt de overheid in Nederland zich niet in de bekostiging van religieuze bouwwerken, zolang er geen vermoedens bestaan van illegale handelingen.
De Tweede Kamer is per brief eerder geïnformeerd over de omgang met buitenlandse financiering aan moskeeën (TK 2008–2009, 29 754 nr. 145), waarin onder andere is aangegeven dat de Nederlandse overheid een goed systeem kent voor toezicht-, handhaving- en sanctiemogelijkheden.
Zie antwoord vraag 2.
In Nederland geldt de vrijheid van meningsuiting zolang de grenzen van de Nederlandse rechtsstaat worden gerespecteerd. Indien een vreemdeling daadwerkelijk aanzet tot geweld en een gevaar is voor de openbare orde, is het mogelijk de vreemdeling de toegang tot Nederland te ontzeggen.
In Nederland is er vrijheid van godsdienst. Deze omvat het recht om een geloof uit te oefenen in een gebedshuis of vergelijkbare locatie. Een moskee kan niet worden tegengehouden, zo lang deze valt binnen de randvoorwaarden van wet- en regelgeving en van het bestemmingsplan en de welstand. Het al dan niet afgeven van een bouwvergunning behoort tot de bevoegdheid van de lokale overheid.
Zie antwoorden 2, 3 en 5.