Ingediend | 24 maart 2011 |
---|---|
Beantwoord | 26 april 2011 (na 33 dagen) |
Indieners | Gerard Schouw (D66), Kees Verhoeven (D66) |
Beantwoord door | Piet Hein Donner (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | belasting bestuur financiën provincies |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z06178.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2334.html |
Ik deel uw mening dat het voor de burger duidelijk moet zijn voor welke bestuurslaag er belasting wordt afgedragen. De belastinggrondslagen voor de decentrale overheden zijn opgenomen in de wetten die op nationaal niveau worden vastgesteld. De tarieven worden vastgesteld door een democratisch gelegitimeerd orgaan: de provinciale staten. Het feit dat de opcenten op de motorrijtuigenbelasting worden geheven door de rijksbelastingdienst doet daar niet aan af. Op de aanslag motorrijtuigenbelasting is duidelijk aangegeven dat er naast motorrijtuigenbelasting ook opcenten worden geheven ten behoeve van de provincie waar men woonachtig is, of waar het voertuig staat geregistreerd. In mijn ogen is dit voldoende inzichtelijk voor de burger.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
Zoals ik reeds in mijn eerste antwoord aangaf, is voor de burger reeds inzichtelijk dat tezamen met de motorrijtuigenbelasting ook opcenten worden geheven ten behoeve van de provincie. Het aanslagbiljet waarop de motorrijtuigenbelasting bekend wordt gemaakt is het juiste instrument om inzichtelijk te maken waarvoor men belasting afdraagt. Daartoe bestaan geen obstakels. Het financieringssysteem van de provincies is in mijn ogen reeds transparant en behoeft daartoe geen nadere voorstellen in mijn voorstel voor de provinciale financiën.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 4.