Ingediend | 18 maart 2011 |
---|---|
Beantwoord | 3 mei 2011 (na 46 dagen) |
Indiener | |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | immigratie migratie en integratie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z05644.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2421.html |
Er is mij tot nu toe niet gebleken dat een mogelijke dreiging van uithuwelijking of van eerwraak door betrokkenen in een verblijfsprocedure is opgebracht.
Als er sprake zou zijn van eergerelateerd gewelddreiging in het land van herkomst, dan is de asielprocedure de aangewezen weg. Dit geldt ook als de eergerelateerde gewelddreiging is terug te voeren op een onttrekking aan een opgelegde uithuwelijking. Het Landelijk Expertise Centrum Eergerelateerd Geweld van de Nederlandse Politie wordt in een dergelijk geval niet geraadpleegd, omdat het expertisecentrum niet kan beoordelen of er een eergerelateerde dreiging in het buitenland bestaat. Het expertisecentrum kan alleen beoordelen of er in Nederland een eergerelateerde dreiging bestaat.
Betrokkenen hebben de mogelijke dreiging van uithuwelijking en eerwraak tot op heden niet in een verblijfsprocedure opgebracht. Ik zie dan ook geen aanleiding tot opschorting van een eventuele uitzetting.
Dit is niet mogelijk gebleken.
Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van het kamerlid Rik Janssen (SP) over de mogelijke dreiging van uithuwelijking en eergerelateerd geweld bij een voorgenomen uitzetting, die werden ingezonden op 18 maart 2011, deel ik u mee dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De oorzaak hiervan is dat nog niet alle gegevens zijn verkregen die voor de beantwoording nodig zijn. Beantwoording zal plaatsvinden zodra alle informatie is verkregen.