Ingediend | 3 maart 2011 |
---|---|
Beantwoord | 21 april 2011 (na 49 dagen) |
Indieners | Madeleine van Toorenburg (CDA), Hanke Bruins Slot (CDA) |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie internationaal internationale samenwerking sport |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z04259.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2295.html |
Ja.
Ja. Door het illegaal gokken wordt het risico op manipulatie van uitslagen van sportwedstrijden sterk vergroot. Dat staat haaks op het sportbeginsel van fair play.
Neen, ik was daar niet aanwezig.
Door de vergadering is een Joint Declaration opgesteld en na afloop is tevens een persbericht verspreid, waarin ook een overzicht van de aanwezigen is opgenomen. In de bijlagen treft u ter informatie zowel de Joint Declaration als het persbericht aan.1
Een eerste stap is gezet in de bijeenkomst in Lausanne met het instellen van een werkgroep die nog dit jaar aanbevelingen moet uitbrengen voor te nemen maatregelen. De rol van de nationale overheid zal mede bepaald worden aan de hand van die aanbevelingen en het standpunt van de Europese Commissie.
De bestrijding van illegale kansspelen is ook onderwerp van de werkgroep Vestigingen en Diensten van de Raad van de Europese Unie. De Raad heeft afgelopen december conclusies aangenomen over de rol die nationale autoriteiten kunnen spelen bij de bestrijding van illegale kansspelen. In de werkgroep wordt gesproken over de nadere invulling van deze rol. In Nederland is voor de bestrijding van illegaal gokken een voorname rol weggelegd voor de op te richten Kansspelautoriteit waarvoor een wetsvoorstel ter behandeling in uw Kamer ligt.
De vragen van de Kamerleden Bruins Slot en Van Toorenburg (beiden CDA) over illegaal gokken op wedstrijden kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat een belangrijk gedeelte van de vragen behoort tot de verantwoordelijkheid van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en dat het interdepartementale overleg de nodige tijd kost. De beantwoording zal zo spoedig mogelijk plaatsvinden.