Ingediend | 4 februari 2011 |
---|---|
Beantwoord | 8 maart 2011 (na 32 dagen) |
Indieners | Cora van Nieuwenhuizen (VVD), Malik Azmani (VVD) |
Beantwoord door | Piet Hein Donner (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie religie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z02229.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1702.html |
Ja.
De Rijksoverheid houdt geen cijfers bij van het aantal moskeeën in Nederland en heeft ook geen zicht op het aantal imams en het soort dienstverband dat zij hebben. Het is niet uitgesloten dat een deel van de Turkse gemeenschap op dit moment gebruik maakt van de door Diyanet opgeleide imams.
Nederland bepaalt zelf de integratievoorwaarden voor migranten. Voor migranten die zich in Nederland vestigen is het van belang om in te burgeren en de Nederlandse taal te leren. Als het gaat om de wijze waarop mensen hun geloof belijden, kan en wil het kabinet met het oog op de scheiding tussen kerk en staat geen oordeel vellen. Vanuit datzelfde principe heeft het kabinet zorgen over het feit dat een Turkse overheidsorganisatie imams werft, opleidt en uitzendt. Het kabinet stelt zich op het standpunt dat de contacten tussen een vreemde mogendheid en haar (voormalige) onderdanen in Nederland louter op basis van vrijwilligheid mogen plaatsvinden. Het is uiteindelijk aan Turkse Nederlanders zelf om te bepalen in welke mate zij contacten met de Turkse overheid of hieraan verwante instellingen willen houden. Dit standpunt wordt door Nederland regelmatig in contacten met de Turkse overheid onderstreept.
Het kabinet acht het van belang dat imams de integratie en participatie van Turkse Nederlanders in de Nederlandse samenleving niet belemmeren. Het kabinet bevordert dat er Nederlandse opleidingen voor islamitische theologie beschikbaar zijn, zodat de moskeeën alhier hun voorgangers meer en meer kunnen betrekken uit in Nederland opgeleide geestelijken. Het kabinet beziet dit onderwerp in het kader van de voorgenomen wet arbeid vreemdelingen.
Zie antwoord vraag 2.
Uit het onderzoek naar de Gülenbeweging dat op 14 december 2010 (kamerstuk: 32 500 VII, Nr. 71 aan uw kamer is verzonden, blijkt niet dat er sprake is van samenwerking tussen de Gülenbeweging en Diyanet.
Het is niet vastgesteld dat organisaties die met Diyanet samenwerken zich keren tegen de integratie van Turkse Nederlanders. Vanuit het rijk worden er geen subsidies verstrekt aan organisaties die integratiebelemmerende activiteiten ondernemen.