Ingediend | 12 januari 2011 |
---|---|
Beantwoord | 1 februari 2011 (na 20 dagen) |
Indiener | Ronald van Raak |
Beantwoord door | Piet Hein Donner (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | arbeidsvoorwaarden bestuur gemeenten werk |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z00372.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1262.html |
Het kabinet heeft geen zeggenschap over de wijze van beloning van de gemeenteambtenaren. Het arbeidsvoorwaardenoverleg en de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden zijn sinds 1993 gedecentraliseerd.
Voor gemeenteambtenaren gelden salarisschalen, die als bijlage gevoegd zijn bij de uitwerkingsovereenkomst (UWO) van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling (CAR). De CAR UWO wordt vastgesteld door de VNG i.c. College van Arbeidszaken tezamen met de overheidswerknemersorganisaties. In 2001 hebben sociale partners in de overheidssector Gemeenten een handreiking voor gemeenten opgesteld met als titel Bewust belonen. De handreiking was het product van een afspraak in het Landelijk Overleg Gemeenten Arbeidsvoorwaarden (LOGA) over het stimuleren van resultaat gericht belonen.
Uit de tekst van de CAR/UWO blijkt (art. 3:7:8, en 15:1:28) dat er eigen beleidsruimte bestaat voor afzonderlijke gemeenten om de volgende instrumenten voor flexibele beloning in te vullen: de gratificatie, het toekennen van een (extra) periodieke verhoging, onthouding van een periodiek, het stelsel van aanloopschaal, functionele schaal en uitloopschaal, de persoonlijke toelage, de tijdelijke toeslag en de incidentele beloning in geld of in extra verlofvorm. Het is aan een gemeente om invulling te geven aan bewust c.q. flexibel te belonen.
Op basis van het artikel in Gemeente.nu kan ik daar geen oordeel over vellen. Op voorhand is er geen enkele reden om te veronderstellen dat er sprake is van strijdigheid met wettelijke regels. Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
Er bestaan verschillende wetenschappelijke inzichten over de effectiviteit en gevolgen van prestatiebeloning. Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.