Ingediend | 5 januari 2011 |
---|---|
Beantwoord | 2 februari 2011 (na 28 dagen) |
Indiener | Pieter Omtzigt (CDA) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | cultuur en recreatie openbare orde en veiligheid religie terrorisme |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z00053.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1269.html |
Met afschuw heb ik kennis genomen van de aanslag op een koptische kerk in Alexandrië op oudejaarsavond. Ik heb mijn Egyptische ambtgenoot een brief geschreven waarin ik mijn medeleven betuig aan de Egyptische regering en aan hen die vrienden of familie bij deze aanslag hebben verloren. Daarnaast roep ik de Egyptische regering in de brief op om al het mogelijke te doen om religieuze minderheden in Egypte te beschermen.
Zowel in Irak als in Egypte doen zich geruime tijd spanningen voor tussen verschillende religieuze groeperingen. Naar verluidt zouden de gijzelnemers bij de gijzeling in de koptische kerk in Bagdad in oktober 2010 de vrijlating hebben geëist van de (islamitische) echtgenotes van twee koptische priesters in Egypte, die daar tegen hun wil in een koptische kerk zouden worden vastgehouden. Dat kan ik echter niet bevestigen. De aanslag is niet opgeëist. In een toespraak van de Egyptische minister van Binnenlandse Zaken, Habib al-Adly, op 23 januari 2011 heeft deze aangegeven dat onderzoek van de Egyptische autoriteiten naar de (daders van de) aanslag heeft uitgewezen dat een splintergroepering van Al Qaida, met de naam «het Palestijnse Leger van de islam» achter de aanslag zit. Inmiddels is de hoofdverdachte in deze zaak, de 28-jarige Ahmed Lotfi Ibrahim Mohamed gearresteerd.Het Palestijnse Leger van de Islam zelf heeft alle betrokkenheid bij de aanslag ontkend. Verdere informatie over het resultaat van het onderzoek van de Egyptische autoriteiten is niet openbaar gemaakt.
Het proces van de drie verdachten van de aanslag in Naga Hammadi op 6 januari 2010 neemt veel tijd in beslag, onder andere vanwege onenigheid tussen de advocaten van de verdachten. Op 17 januari 2011 heeft een staatsveiligheidsrechtbank vonnis gewezen tegen de hoofdverdachte (de schutter). Hij is ter dood veroordeeld. Een uitspraak tegen de twee medeverdachten wordt op 20 februari 2011 verwacht. Omdat het vonnissen van een staatsveiligheidsrechtbank betreft is geen hoger beroep mogelijk. Of de doodstraf daadwerkelijk zal worden uitgevoerd is nog niet bekend. Daarover worden in de regel geen mededelingen gedaan. De Nederlandse ambassade heeft op een aantal momenten als waarnemer deelgenomen aan de procesgang.
De veiligheidsmaatregelen rond koptische doelen zijn in aanloop naar de koptische kerst op 6 januari j.l. verscherpt. Voor zover mij bekend is de koptische kerst zonder incidenten verlopen en hebben de kopten in Egypte en Irak hun kerst inderdaad in hun kerkgemeenschappen kunnen vieren.
De Secretaris Generaal van de Arabische Liga, de heer Amr Moussa, heeft de aanslag op de koptische kerk in Alexandrië veroordeeld. In zijn reactie heeft hij de Egyptische bevolking tevens opgeroepen vast te houden aan hun nationale eenheid en zich collectief tegen dergelijke criminele aanvallen te scharen. Dat is een passende reactie.
Op 11 januari heb ik EU-buitenlandvertegenwoordiger Ashton gevraagd het recente geweld tegen religieuze minderheden in diverse landen op de agenda van de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) van 31 januari te zetten. Tijdens deze vergadering zal worden besproken wat de EU concreet kan doen om spanningen tussen religieuze groepen en geweld tegen religieuze minderheden in derde landen tegen te gaan. Ik heb voorgesteld de informatie van speciaal VN-rapporteur Bieleveldt bij de discussies te betrekken. Voorts gaf mevrouw Ashton aan dat de positie van religieuze minderheden een vast onderdeel zal vormen van de EDEO mensenrechtenrapportages.
In het kader van het EU-Associatieakkoord wordt dit onderwerp met de Egyptische autoriteiten besproken. Mensenrechten, waaronder godsdienstvrijheid, maken deel uit van de reguliere mensenrechtendialoog die plaatsvindt tussen de EU en Egypte in het kader van het Associatieakkoord. In de periode tussen 2007–2010 heeft de EU € 17 miljoen ingezet voor het bevorderen van mensenrechten in Egypte. Dit is ingezet voor programma’s ten behoeve van het bevorderen van fundamentele mensenrechten, waaronder burger- en politieke rechten.
Ook de VN Mensenrechtenraad biedt een forum om dit onderwerp te bespreken. Tijdens de Universal Periodic Review (UPR) van Egypte in de Mensenrechtenraad heeft Nederland aandacht gevraagd voor de rechten van religieuze minderheden in Egypte. Nederland heeft met name aangedrongen op het afschaffen van discriminerende bepalingen en de aanname van uniforme regels voor het bouwen en renoveren van kerken en andere gebedshuizen.