Ingediend | 30 november 2010 |
---|---|
Beantwoord | 15 december 2010 (na 15 dagen) |
Indiener | Marianne Thieme (PvdD) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | dieren landbouw natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu voedselkwaliteit |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z18083.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-805.html |
Ja.
Een dergelijke maatregel heeft zich in de afgelopen drie jaren niet eerder voorgedaan.
Dieren die voor de slacht worden aangeboden mogen residuen bevatten voor zover deze onder de Maximale Residu Limiet (MRL) liggen. De MRL wordt voor elk toegelaten antibioticum afzonderlijk bepaald. Voor de markttoelating van het antibioticum moet door onderzoek zijn vastgesteld wat de wachttermijn van het betreffende middel is om aan de MRL te voldoen. Indien de geldende wachttermijn na het toedienen van een diergeneesmiddel wordt aangehouden, mag dus worden aangenomen dat de MRL niet wordt overschreden. Bij elke levering controleert het slachthuis voorafgaand aan de slacht of de pluimveehouder de wachttermijn heeft gerespecteerd aan de hand van informatie van de pluimveehouder (Voedsel Keten Informatiesysteem, VKI). De nVWA voert een verificatie uit op de controles van het slachthuis. De nVWA controleert standaard de VKI-formulieren.
De nVWA controleert niet standaard elke levering van dieren op residuen door monstername. In lijn met het risicogericht toezicht van de nVWA vinden de controles deels plaats door steekproeven en deels op basis van risico-inschattingen.
De namen van de betreffende pluimveehouder en slachterij worden niet vrijgegeven.
Verordening (EG) nr. 854/2004 schrijft voor dat indien de VKI-voorschriften ten aanzien van het gebruik van diergeneesmiddelen niet zijn nageleefd de dieren ongeschikt voor menselijke consumptie dienen te worden verklaard. Eventueel kan de nVWA nadere controles uitvoeren op het bedrijf van herkomst. Er kan een proces-verbaal worden opgemaakt van de geconstateerde overtreding. De hoogte hiervan wordt bepaald door het Openbaar Ministerie (OM).
Het materiaal is als categorie-2 materiaal, als bedoeld in de Regeling dierlijke bijproducten 2008, afgevoerd en is derhalve in geen enkel voedselkanaal terechtgekomen, noch voor menselijke consumptie, noch als diervoeder.
Dit was een routinecontrole (steekproef, zie ook het antwoord op vraag 3.
Ik bekijk momenteel samen met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het gehele antibioticabeleid in de dierhouderij in het kader van het tegengaan van antibioticaresistentie bij zowel dieren als mensen. De handhaving van de wettelijke regels vormt daarvan een essentieel onderdeel.
Ik verwijs hiervoor naar de brief die de minister van VWS en ik onlangs op
8 december 2010 naar uw Kamer hebben gezonden (Kamerstuk 29683-65).