Kamervraag 2010Z14986

Over het artikel waarin een grote gifzaak in de haven van Rotterdam wordt beschreven

Ingediend 19 oktober 2010
Beantwoord 22 november 2010 (na 34 dagen)
Indiener Richard de Mos (PVV)
Beantwoord door Joop Atsma (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (CDA)
Onderwerpen economie natuur en milieu organisatie en beleid ruimte en infrastructuur stoffen transport
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z14986.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-555.html
1. Metro, «Den Haag moet ons helpen», 18 oktober 2010.
  • Vraag 1
    Bent u op de hoogte van het artikel «Grote gifzaak in haven Rotterdam»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening dat het een grof schandaal is dat uiterst giftig afval decennia in de Rotterdamse haven ligt zonder dat hier iets mee wordt gedaan? Zo nee, waarom niet.

    Over deze zaak zijn in de loop der jaren meerdere malen vragen gesteld door de Tweede Kamer.2
    Steeds is benadrukt dat het bedrijf EBS verantwoordelijk is voor de zinkhoudende afvalstoffen. Het gaat hierbij om 2 partijen van in totaal 4 700 ton vervuild zinkconcentraat dat 17 tot 19% zink bevat. Het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, het bevoegd gezag voor de inrichting waarin de afvalstoffen zijn opgeslagen, heeft in de afgelopen jaren het bedrijf meerdere keren een kans gegeven om tot een concrete oplossing te komen.
    Nadat in 2009 de conclusie is getrokken dat er geen zicht was op afvoer van de zinkhoudende afvalstoffen middels diverse onderhandelingen heeft het ministerie van VROM aan het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gevraagd handhavend op te treden. Op 26 juni 2009 is een last onder dwangsom opgelegd aan EBS vanwege het onvergund opslaan van een partij gevaarlijke afvalstoffen.
    Op 11 december 2009 heeft EBS een aanvraag om vergunning voor de opslag van de zinkhoudende afvalstoffen ingediend. Destijds heeft EBS aangegeven een jaar nodig te hebben, tot eind 2010, om de zinkhoudende afvalstoffen te verwijderen. Het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland heeft besloten mee te werken met EBS door het afgeven van een tijdelijke vergunning voor de opslag van deze afvalstoffen. De termijn van de op 21 juli 2010 van kracht geworden vergunning staat toe dat de zinkhoudende afvalstoffen tot 21 juli 2011 op de inrichting aanwezig mag zijn.
    Met het afgeven van de tijdelijke vergunning voor de zinkhoudende afvalstoffen verviel de strijdigheid met artikel 8.1, lid 1, van de Wet milieubeheer. Om die reden hebben Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op verzoek van EBS op 21 januari 2010 besloten om de dwangsom in te trekken. Op dit moment ligt er dan ook geen bestuursrechtelijke dwangmaatregel voor de afvoer van de zinkhoudende afvalstoffen.

  • Vraag 3
    Bent u van mening dat dit levensgevaarlijke afval zo snel mogelijk weer naar Duitsland moet, waar het vandaan kwam? Zo nee, waarom niet.

    De afvalstoffen dienen vóór 21 juli 2011 te worden afgevoerd. EBS moet zich houden aan de voorwaarden en de verplichtingen die het bedrijf zijn opgelegd op grond van de Wet Milieubeheer door het bevoegd gezag. EBS zal zelf moeten bepalen bij welk bedrijf de afvalstoffen verwerkt zullen worden. Ook in andere EU lidstaten zijn bedrijven gevestigd die zinkhoudende afvalstoffen kunnen verwerken. Vanwege het feit dat de situatie is ontstaan in 1991 en gezien de toen geldende EU wetgeving kan Nederland niet van Duitsland eisen dat de afvalstoffen worden teruggevoerd.
    EBS heeft in 2008 bij de Europese Commissie een klacht ingediend over de handelwijze van Duitsland inzake de transporten in 1991. De Europese Commissie heeft besloten Duitsland niet in gebreke te stellen. De brief van de Europese Commissie van 18 januari 2010 aan EBS over deze zaak bevat belangrijke conclusies inzake de schuldvraag jegens de Duitse staat: «The services conclude that there is insufficiënt proof of systematic and lack of control and enforcement concerning the EBS shipment» en «A civil procedure may still be available on the basis of the principle of liability of a Member State for infringement of Community law and which could lead to damage compensation».

  • Vraag 4
    Vindt u dat uw ministerie enorm tekortgeschoten is, zowel ten aanzien van het bieden van een veilige leefomgeving, alsmede het helpen van een bedrijf in nood? Zo nee, waarom niet?

    Nee. EBS, alsmede haar voorganger in rechte, is zelf verantwoordelijk voor de opslag van de afvalstoffen op haar inrichting. De afvalstoffen liggen veilig opgeslagen in silo’s en er bestaat geen gevaar voor de volksgezondheid of het milieu.
    De DCMR Milieudienst Rijnmond, handelend namens de provincie Zuid-Holland, ziet daarop toe.
    Voor het overige verwijs ik u naar mijn voorgaande antwoorden en naar de beantwoording van eerdere vragen van Tweede kamer.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2010Z14986
Volledige titel: Vragen van het lid De Mos (PVV) aan de minister van Infrastructuur en Milieu over het artikel waarin een grote gifzaak in de haven van Rotterdam wordt beschreven (ingezonden 19 oktober 2010).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-555
Volledige titel: Vragen van het lid De Mos (PVV) aan de minister van Infrastructuur en Milieu over het artikel waarin een grote gifzaak in de haven van Rotterdam wordt beschreven (ingezonden 19 oktober 2010).