Ingediend | 1 oktober 2010 |
---|---|
Beantwoord | 25 november 2010 (na 55 dagen) |
Indiener | Jacques Monasch (PvdA) |
Beantwoord door | Frans Weekers (staatssecretaris financiën) (VVD) |
Onderwerpen | belasting financiën huisvesting huren en verhuren inkomensbeleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z13982.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-609.html |
Ja.
Een algemene uitkering op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (BBZ) wordt verstrekt als lening. Na vaststelling van het jaarinkomen – wat pas in het volgende jaar kan geschieden – kan de lening geheel of gedeeltelijk worden omgezet in een bedrag om niet. Deze systematiek doet niet af aan het inkomenskarakter van een BBZ-uitkering. Na omzetting in een bedrag om niet is er immers op dit punt geen verschil tussen een BBZ-uitkering en een reguliere bijstanduitkering. De laatste wordt echter meteen bij uitbetaling als genoten beschouwd, terwijl de BBZ-uitkering pas tot het inkomen wordt gerekend op het moment waarop de lening daadwerkelijk wordt omgezet.
De uitspraak van de Raad van State2 waarnaar op de website SociaalTotaal wordt verwezen is mij bekend. Daarin spreekt de rechter overigens niet van een scheve situatie.
De bijzondere regelingen voor nabetalingen die zijn opgenomen in artikel 2b van het Besluit op de huurtoeslag, vormen overgangsrecht dat is gebaseerd op het hardheidsclausulebeleid dat vóór de invoering van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) is ontwikkeld door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en dat na invoering van de Awir wordt gecontinueerd. Deze regelingen gelden alleen voor de huurtoeslag. In het standpunt van het vorige kabinet naar aanleiding van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek Vereenvoudiging Toeslagen3 en de uitkomst van de evaluatie van de Awir is voorgesteld om deze regelingen af te schaffen zodat het toetsingsinkomen voor toeslagen steeds gelijk is aan het fiscale inkomen. Daardoor worden belangrijke vereenvoudigingen gerealiseerd en wordt de huurtoeslag verder geharmoniseerd met de overige toeslagen. Het vereenvoudigen van belastingen en toeslagen heeft ook hoge prioriteit in mijn beleid. In dat licht bezien acht ik het niet opportuun om voor de BBZ-uitkeringen juist een nieuwe uitzondering te creëren.
De leden Spekman en Monasch (beiden PvdA) hebben vragen gesteld over het terugbetalen van huurtoeslag in het geval van een papieren inkomen. Hierbij laat ik u weten dat de beantwoording langer duurt dan drie weken. Ik verwacht dat ik u de antwoorden over drie weken aan kan bieden.