Ingediend | 23 september 2010 |
---|---|
Beantwoord | 17 november 2010 (na 55 dagen) |
Indieners | Ineke van Gent (GL), Tofik Dibi (GL) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | immigratie migratie en integratie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z13438.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-509.html |
Er zijn in totaal dertien nieuwe au-pairbureaus toegelaten tot de eerste fase van de Proeftuin Au Pair.
De IND heeft met elk van deze dertien bureaus afzonderlijk een gesprek gevoerd.
Tijdens het toelatingsgesprek licht een medewerker van de IND eerst het doel en de achtergronden van de Proeftuin Au Pair toe en wordt het beleid aangaande toelating als au pair uiteengezet. Vervolgens wordt met dit au-pairbureau nagegaan of de werkwijze van het bureau in overeenstemming is met de desbetreffende regelgeving. Tenslotte wordt het au-pairbureau gewezen op de informatieplicht. Elke relevante wijziging in de situatie van de au pair of het gastgezin dient tijdig te worden doorgegeven aan de IND.
Bij het formele verzoek om toelating tot de eerste fase van de Proeftuin Au Pair moet het nieuwe au-pairbureau voldoen aan de voorwaarden die in lijn zijn met de Wet modern migratiebeleid vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Wet modern migratiebeleid. Zo moet het au-pairbureau ingeschreven staan in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en moet uit deze inschrijving blijken wie de bestuurders zijn en welke bedrijfsactiviteiten zij verrichten. Daarnaast moet het au-pairbureau solvabel zijn. Ook moet het au-pairbureau zorgdragen voor een zorgvuldige werving en selectie van de au pair en het gastgezin. Hierbij moet tevens inzichtelijk worden gemaakt hoe de begeleiding en (na)zorg van de au pairs en de gastgezinnen van de au pair is georganiseerd.
Een au-pairbureau dat deelneemt aan de proeftuin heeft een aantal vaste contacpersonen binnen de IND. Deze contactpersonen hebben op regelmatige basis contact met dit bureau. Verder worden er door de IND voor deze au-pairbureaus regelmatig informatiebijeenkomsten georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomsten wordt onder meer stilgestaan bij de problemen waar de au-pairbureaus tegen aanlopen. Gedurende de periode van de eerste fase van de Proeftuin Au Pair doet de IND trajectcontrole. De IND onderzoekt daarbij of de toegelaten au pair nog altijd aan de voorwaarden voor toelating en verblijf voldoet, waarbij de rol van het au-pairbureau dat deze au pair begeleidt, nader wordt bekeken.
Nee. Op eerdere schriftelijke vragen van het lid Van Gent over dit onderwerp1 is geantwoord dat het voorkomen van misbruik en uitbuiting een belangrijk onderdeel is van de handhaving door de IND, alsmede van het convenant dat met au- pairbureaus wordt gesloten. Het opstellen van een gedragscode is een positieve bijdrage aan de handhaving, maar is evenals adequaat toezicht op naleving van die gedragscode door een onafhankelijke en ter zake kundige instantie, de verantwoordelijkheid van de branche zelf.
De algemene voorwaarden voor erkenning als referent staan vermeld in artikel 2e van de Wet modern migratiebeleid. Er is een vijftal voorwaarden. De eerste voorwaarde ziet op de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007, voor zover vereist op grond van die wet. De tweede en derde voorwaarde zien op een voldoende waarborging van de continuïteit en solvabiliteit van de onderneming, rechtspersoon of organisatie en het voldoende vaststaan van de betrouwbaarheid van de aanvrager of van de direct of indirect bij die onderneming, rechtspersoon of organisatie betrokken natuurlijke of rechtspersonen. De vierde voorwaarde stelt dat binnen een periode van vijf jaar direct voorafgaand aan de aanvraag om erkenning als referent er geen erkenning als referent van de aanvrager of van de direct of indirect bij die onderneming, rechtspersoon of organisatie betrokken rechtspersoon of onderneming mag zijn ingetrokken.
De laatste voorwaarde ziet op de blijvende erkenning van het referentschap en houdt in dat de aanvrager dient te voldoen aan de vereisten die verband houden met het doel waarvoor de vreemdeling in Nederland verblijft of wil verblijven. Daarnaast volgt uit artikel 3.43, eerste lid, onder a, van het Vreemdelingenbesluit dat de referent een door mij, na overleg met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, goedgekeurd uitwisselingsprogramma moet hebben.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Dibi en Van Gent (beiden GroenLinks) van uw Kamer over de stand van zaken rondom proeftuin Modern Migratiebeleid, ingezonden op 23 september 2010, niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, omdat nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Zodra de desbetreffende informatie beschikbaar is, zal ik uw Kamer zo spoedig mogelijk berichten.