Ingediend | 21 juli 2010 |
---|---|
Beantwoord | 22 september 2010 (na 63 dagen) |
Indiener | Khadija Arib (PvdA) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | cultuur en recreatie religie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z11152.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-8.html |
Ja.
De heer Deetman heeft laten weten dat de commissie waarvan hij voorzitter is, is samengesteld op basis van strenge selectiecriteria om tot waarheidsvinding te komen en dat de leden allen moeten voldoen aan de hoogste eisen van deskundigheid en als zodanig bij hun vakgenoten bekend zijn. Daartoe behoort dat hun wetenschappelijke integriteit, die volledige onafhankelijkheid tegenover de opdrachtgevers impliceert, boven alle twijfel verheven is. Dit geldt voor alle leden van de commissie en ook voor mw. Marit Monteiro. Dat zij in het verleden heeft gewerkt voor de Konferentie Nederlandse Religieuzen en de Orde der Dominicanen doet daar niet aan af. Aangezien er geen verantwoordelijkheidsrelatie bestaat tussen de regering en de commissie-Deetman, zie ik geen noodzaak om hierover verder met de heer Deetman in overleg te treden.
Zie antwoord vraag 2.
Ja.
Zie antwoord vraag 2.
De verantwoordelijkheid voor het onderzoek, voor het waarborgen van de transparantie ervan, alsmede voor het tijdpad van het onderzoek ligt bij de commissie-Deetman. De Nederlandse Bisschoppenconferentie en de Konferentie Nederlandse Religieuzen hebben de commissie-Deetman een mandaat gegeven voor 1,5 jaar dat maximaal eenmaal verlengd kan worden met 6 maanden. In het onderzoeksvoorstel van de commissie-Deetman is een tijdslijn geschetst waaruit kan worden opgemaakt dat de Commissie verwacht na 25 weken de uitkomsten van het onderzoek te kunnen presenteren.
Zie antwoord vraag 6.
Zie antwoord vraag 6.
In onze brief van 16 juli 2010 (TK 32 123 VI, nr. 119) hebben wij uw Kamer geïnformeerd over de samenstelling van de commissie-Samson, de reikwijdte van het onderzoek, de periode die onder de loep wordt genomen en de contacten met de commissie-Deetman. Daarbij hebben wij aangegeven dat het onderzoek binnen twee jaar tot resultaten en aanbevelingen moet leiden. Tevens hebben we bericht dat er contacten zijn tussen de de commissies-Samson en -Deetman.
Het meldpunt voor signalen van seksueel misbruik van jeugdigen die onder verantwoordelijkheid van de overheid in instellingen zijn geplaatst, is sinds 19 juli 2010 in de lucht. De commissie-Samson is op 1 augustus 2010 geïnstalleerd. Thans is het onderzoek van de commissie-Samson formeel begonnen. Mede in het licht van onze brief van 16 juli verwachten wij de bevindingen van de commissie-Samson voor 1 juli 2012, waarna uw Kamer zo spoedig mogelijk zal worden geïnformeerd.
De commissies-Samson en -Deetman zijn verschillend van aard, maar beide onafhankelijk. Tegelijkertijd is er wel informatie-uitwisseling over de aanpak en uitvoering van de respectievelijke onderzoeken, ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Arib (PvdA) van uw Kamer aan de ministers van Justitie en voor Jeugd en Gezin over een lid van de Commissie Deetman met nauwe banden met diverse kerkelijke instellingen d.d. 21 juli 2010 niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.