Ingediend | 18 juni 2010 |
---|---|
Beantwoord | 9 juli 2010 (na 21 dagen) |
Indieners | Arie Slob (CU), Joël Voordewind (CU) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | cultuur en recreatie recht religie staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z09572.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2858.html |
Ja.
Ja.
Voor het Centaal Orgaan opvang asielzoekers (COA) staat het bieden van een veilige woon- en leefomgeving aan alle bewoners voorop, ongeacht hun religieuze achtergrond, sexuele voorkeur, of anderszins. Deze taak voert het COA op religieus en politiek neutrale wijze uit. Ter handhaving van een veilige leefomgeving zijn huisregels opgesteld, die voor alle bewoners gelden en waarvan overtreding zonodig door het COA wordt gesanctioneerd.
Daarvan wordt geen afzonderlijke registratie bijgehouden. In de registratiesystemen van politie en justitie wordt geregistreerd van welk feit aangifte is gedaan. In dit geval betreft dat bijvoorbeeld bedreiging met een bepaald ernstige misdrijf, zoals bedoeld in art. 285 Wetboek van Strafrecht.
Met betrekking tot de reeds bestaande mogelijkheden tot het doen van anonieme aangifte en het verder bevorderen van de mogelijkheden daartoe, verwijs ik naar de brief van 25 februari 2010 over de mogelijkheden van anonimiteit in het strafproces, welke brief ik samen met mijn toenmalige ambtgenote van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar uw Kamer heb gezonden (TK 2009-2010, 28 684, nr. 266).
Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is in 2008 samen met de G4 een pilot gestart voor de opvang van mannelijke slachtoffers van ernstige vormen van geweld en dreiging in afhankelijkheidsrelaties. Mannelijke ex-moslims die door hun familie of naasten ernstig worden bedreigd en nergens anders terecht kunnen, kunnen een beroep doen op deze opvang. Vrouwelijke ex-moslims die in een soortgelijke situatie verkeren kunnen zonodig bij de vrouwenopvang terecht. Deze opvangmogelijkheden acht mijn ambtgenoot van VWS voldoende en hij ziet daarom geen aanleiding om een afzonderlijk safehouse in te stellen voor ex-moslims.
Het thema «vrijheid van godsdienst» maakt al onderdeel uit van het verplichte inburgeringsexamen. In het examenonderdeel Kennis van de Nederlandse Samenleving wordt «vrijheid van godsdienst» als cruciale kennis aangemerkt. Daarin wordt ook benoemd welke gedragingen jegens iemand met een andere geloofsovertuiging in Nederland als passend worden beschouwd. Het gaat dan bijvoorbeeld om gelijke behandeling en het tonen van respect ten aanzien van personen met een andere geloofsopvatting. Strafbaarheid van alle soorten geweld komt aan de orde in het inburgeringsexamen.
De overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van het inburgeringsonderwijs maar is wel verantwoordelijk voor vaststelling van de inhoud van het verplichte inburgeringsexamen. Het spreekt daarom voor zich dat docenten binnen de inburgeringscursus aandacht besteden aan de onderwerpen die in het afsluitende inburgeringsexamen aan bod komen. Mijn ambtgenoot voor Wonen, Wijken en Integratie is van mening dat de in de vraag aangehaalde onderwerpen al in voldoende mate worden behandeld binnen de inburgering.