Ingediend | 28 april 2010 |
---|---|
Beantwoord | 10 juni 2010 (na 43 dagen) |
Indieners | Pierre Heijnen (PvdA), Jan Boelhouwer (PvdA) |
Beantwoord door | Tineke Huizinga (minister volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer) (CU) |
Onderwerpen | natuur en milieu stoffen |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z07578.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2627.html |
Ja.
Zodra ik het rapport van de Adviesraad zorgvuldig heb bestudeerd en een oordeel daarover van het Centrum Externe Veiligheid van het RIVM heb ontvangen, zal ik mijn conclusies trekken. Die conclusies verwerk ik in het standpunt dat u binnen drie maanden zult ontvangen.
Mijn indruk is dat omwonenden van risicovolle objecten niet meer risico lopen dan tot nu toe werd aangenomen. De Nederlandse rekenmethodiek is over het algemeen realistisch, waarbij op sommige punten conservatieve aannames worden gedaan. Daardoor geven de berekende risico’s doorgaans een conservatieve schatting van de te verwachten risico’s.
Nee, de Nederlands rekenmethodiek is niet geschikt en wordt niet toegepast om risico’s bij bosbranden te berekenen.
Het rapport vormt voor mij geen aanleiding om vooruitlopend op mijn standpunt acties te ondernemen. Het accepteren van een risicoberekening en afgeven van een vergunning is een zaak van het bevoegd gezag. Er is veel aandacht voor het verhogen van het kennisniveau van het bevoegd gezag.
Het rapport vormt voor mij geen aanleiding om vooruitlopend op mijn standpunt acties te ondernemen.