Kamervraag 2010Z07162

Dierproeven voor ruimteonderzoek

Ingediend 21 april 2010
Beantwoord 5 juli 2010 (na 75 dagen)
Indiener Esther Ouwehand (PvdD)
Beantwoord door Maria van der Hoeven (minister economische zaken) (CDA)
Onderwerpen natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu onderwijs en wetenschap onderzoek en wetenschap
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z07162.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2796.html
1. Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, Vragen 2010Z05713, antwoord vraag 2.
2. Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, Vragen 2010Z05713, antwoord vraag 4.
3. http://www.spaceflight.esa.int/users/index.cfm?act=default.page&page=eanaexo
4. http://www.spaceflight.esa.int/users/index.cfm?act=default.page&level=15&page=522
  • Vraag 1
    Hoe verklaart u dat er, zoals u in uw antwoord op eerdere vragen stelt1, foto’s van en informatie over apenexperimenten van een onderzoek dat volgens u niets te maken heeft met Mars 500, terecht zijn gekomen op de officiële website van het Mars 500 project? Kunt u aangeven op welke wijze u deze kwestie heeft onderzocht en op welke informatie u zich heeft gebaseerd bij de beantwoording van mijn vragen daarover? Zo nee, waarom kunt u dit niet toelichten?

    Het Mars500-project is een samenwerking tussen ESA en het Russische Institute for Biomedical Problems (IBPM). Omdat Nederland hierin geen contractpartner is, heb ik ESA verzocht om nadere informatie over het Mars500-project. ESA heeft mij daarop per email en met kopieën van haar correspondentie met IBPM duidelijk gemaakt dat bij het Mars500-project geen experimenten met apen plaatsvinden. Het bericht over dergelijke experimenten was door IBMP ten onrechte op de Mars500-website geplaatst, maar is door IBMP 1 dag later van deze website verwijderd op nadrukkelijk verzoek van ESA. Met brief van 7 april 2010 heeft IBMP vervolgens aan ESA bevestigd dat het Mars500-project uitsluitend onderzoek betreft naar gevolgen van langdurige menselijk verblijf in de ruimte via een gesimuleerde vlucht van 520 dagen naar Mars.

  • Vraag 2
    Kunt u toelichten waar u uw stelling op baseert dat ESA geen plannen noch belangstelling heeft om te experimenteren met dieren noch de ambitie heeft dieren te gebruiken voor ruimtevluchten?2 Hoe verklaart u in dit opzicht de positie die ESA hier op haar eigen website over inneemt, waar wordt aangegeven dat de activiteiten van ESA Life Sciences alle aspecten van de Space Life Sciences beslaan, inclusief onderzoek met dieren?3

    Mijn door u geciteerd antwoord betreft het Mars500-project. In het kader van het ESA-programma voor Leven en Exacte Wetenschappen (ELIPS) kan wel ruimteonderzoek plaats hebben met ongewervelde dieren of knaagdieren. Zoals ook benadrukt in mijn eerdere beantwoording, houdt ESA zich hierbij volledig aan de op het terrein van onderzoek met dieren van toepassing zijnde regels en wetgeving van de Europese Unie en van COSPAR1. Naar mij bekend zijn er thans geen Nederlandse wetenschappers betrokken bij ruimteonderzoek met dieren.

  • Vraag 3
    Hoe verklaart u dat door ESA letterlijk gesproken wordt over de noodzaak om te experimenteren op kleine dieren in een ruimteomgeving4 waar u in uw antwoorden stelt dat ESA daar geen belangstelling voor zou hebben? Kunt u dit toelichten?

    Zie mijn antwoord op vraag 2.

  • Vraag 4
    Welke ruimte laat de Wet op de dierproeven in uw optiek voor dierproeven voor ruimteonderzoek? Acht u het mogelijk dat binnen de kaders van de Wet op de dierproeven experimenten op levende dieren worden toegestaan voor onderzoek dat gericht is op reizen naar en/of andere ontwikkelingen in de ruimte? Zo ja, op welke precieze gronden zou dan goedkeuring worden gegeven voor dergelijke dierproeven en kunt u dat toelichten aan de hand van de betreffende bepalingen in de Wet op de dierproeven? Zo nee, op welke wijze kunt u garanderen dat dergelijke experimenten dan ook niet plaatsvinden, en hoe moet de informatie van ESA over dierproeven in haar onderzoek dan worden beoordeeld?

    Binnen de Wet op de dierproeven is het toegestaan om dierproeven te verrichten, mits het belang van de proef opweegt tegen het ongerief dat het dier wordt aangedaan, en het doel niet op een andere manier kan worden bereikt dan door middel van een dierproef. In Nederland wordt deze afweging over de toelaatbaarheid van dierproeven gemaakt door de Dier Experimenten Commissies (DEC’s). De DEC’s beoordelen daarmee de ethische en maatschappelijke aanvaardbaarheid van een dierproef. Deze beoordelingen worden uitgevoerd in de lidstaat waar het onderzoek plaats vindt. Daarom kan ik alleen spreken voor de Nederlandse situatie.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat dierproeven voor ruimteonderzoek ethisch onacceptabel en maatschappelijk onaanvaardbaar zijn? Zo ja, welke maatregelen kunnen we van u verwachten om dergelijke proeven uit te bannen, zowel in Nederland als in Europa? Zo nee, kunt u toelichten waarom u experimenten op levende dieren voor ruimteonderzoek toelaatbaar acht?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Mededeling - 19 mei 2010

    De beantwoording van de vragen van het lid Ouwehand over dierproeven voor ruimteonderzoek zal meer dan de gebruikelijke drie weken in beslag nemen, omdat de informatievoorziening van en afstemming met het Europese Ruimtevaart Agentschap (ESA) nog niet is afgerond. Ik streef ernaar om de vragen zo snel mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2010Z07162
Volledige titel: Vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de ministers van Economische Zaken en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over dierproeven voor ruimteonderzoek (ingezonden 21 april 2010).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20092010-2796
Volledige titel: Vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de ministers van Economische Zaken en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over dierproeven voor ruimteonderzoek (ingezonden 21 april 2010).