Ingediend | 14 april 2010 |
---|---|
Beantwoord | 17 juni 2010 (na 64 dagen) |
Indiener | Sietse Fritsma (PVV) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | immigratie migratie en integratie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z06672.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2675.html |
Nee, deze mening berust niet op juiste gronden. Zoals in de Rapportage Vreemdelingenketen over de periode juli tot en met december 20092 is aangegeven, was er in 2009 sprake van een lichte stijging van het aantal ingediende aanvragen voor een MVV (3%) ten opzichte van 2008. Deze stijging is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan een toename in het aantal aanvragen van Somalische vreemdelingen dat is ingediend voor het verblijfsdoel gezinsvorming/gezinshereniging met een houder van een asielvergunning. Somaliërs komen in aanmerking voor een asielvergunning als blijkt dat zij bescherming behoeven. Gezinsleden van deze toegelaten Somalische vreemdelingen kunnen een mvv-aanvraag indienen voor nareis bij de houder van een asielvergunning. Er zijn overigens wel maatregelen getroffen om de aantallen beheersbaar te houden en fraude en misbruik tegen te gaan. Zo is in mei 2009 het categoriaal beschermingsbeleid voor Somalië afgeschaft en is in augustus 2009 het beleid voor Somalische pleegkinderen aangescherpt.
In de laatste vijf maanden van 2009 zijn er per maand gemiddeld ongeveer 1.040 aanvragen om een MVV voor gezinsvorming of gezinshereniging door Somalische vreemdelingen ingediend. In de eerste vijf maanden van 2010 zijn per maand gemiddeld ongeveer 750 aanvragen om een MVV voor gezinsvorming of gezinshereniging door Somalische vreemdelingen ingediend. Er is dus sprake van een daling van deze verblijfsaanvragen. De mvv-aanvragen van Somalische vreemdelingen betreffen in nagenoeg alle gevallen mvv-aanvragen die zijn ingediend voor het verblijfsdoel gezinsvorming/gezinshereniging met een houder van een asielvergunning.
In de eerste vijf maanden van 2010 zijn er ongeveer 1.210 aanvragen om een MVV voor gezinsvorming of gezinshereniging van Somalische vreemdelingen ingewilligd. Hierbij wordt opgemerkt dat de inwilligingen in de maanden januari tot en met mei 2010 ook betrekking hebben op aanvragen die eerder (in 2009) zijn ingediend.
In 2009 zijn ruim 400 verzoeken om onderzoek (waaronder adrescontroles) uitgezet bij de Vreemdelingenpolitie naar aanleiding van vermoedens van misbruik of fraude door vreemdelingen die in het bezit zijn van een verblijfsvergunning voor gezinsvorming of -hereniging.
Ja, dit wordt geregistreerd. Over de aantallen bent u geïnformeerd bij brief van 18 december 2009 van de toenmalige Staatssecretaris van Justitie3 op basis van het WODC-onderzoek dat zij had laten uitvoeren naar het gebruik van gemeenschapsrecht door gezinsmigranten uit derde landen. Deze brief en het onderzoek zijn met uw Kamer besproken op 19 mei jongstleden. In de brief is ook ingegaan op de pilot Haaglanden die toeziet op het tegengaan van schijnrelaties tussen onderdanen van EU-lidstaten en derdelanders, die op 1 augustus 2009 landelijk is uitgerold. Dit heeft ertoe geleid dat in de periode augustus 2009 tot mei 2010 in ongeveer 180 van de ongeveer 830 aanvragen om toetsing aan EU-recht in het kader van verblijf bij partner, door de Vreemdelingenpolitie en/of de gemeente onderzoek is gestart wegens het vermoeden van een schijnrelatie. Daarnaast heeft de IND in een pilot 20 aanvragen nader onderzocht waarin sprake was van een zogenaamd consulair huwelijk. In alle gevallen is vervolgens een gehoor gepland. Van de onderzochte zaken zijn in 16 gevallen indicaties aanwezig om aan te nemen dat sprake is van een schijnhuwelijk. In het merendeel van deze gevallen is reeds afwijzend beslist.
Met de lidstaten van de Unie zijn afspraken gemaakt over harmonisatie van het gezinsmigratiebeleid in Europa. Dit heeft ertoe geleid dat de regels die in Europees verband gelden, in onder meer de richtlijn gezinshereniging zijn neergelegd. Bij een volgende fase in de harmonisatie van het Europese gezinsmigratiebeleid kunnen de lidstaten bewerkstelligen dat de huidige eisen aan gezinsmigratie anders worden ingevuld. De inspanningen van Nederland op dit punt zijn erop gericht om bij een volgende fase van Europese harmonisatie van het gezinsmigratiebeleid draagvlak te krijgen voor het Nederlandse standpunt inzake de leeftijdseis, de inkomenseis en bijzondere voorwaarden die kunnen worden gesteld aan referenten (hoofdpersonen) van gezinsmigranten.
Ik ben niet bevoegd en niet bereid tot het afkondigen van een immigratiestop in het algemeen en ook niet specifiek voor moslimlanden. Het weren van immigranten op basis van religie is in strijd met de beginselen van onze rechtsstaat. Het verdedigen van de rechtsstaat begint met het vasthouden aan de beginselen daarvan. Tevens zou een immigratiestop strijd opleveren met internationale bepalingen, waaronder die van de Europese richtlijnen op het gebied van reguliere migratie alsook de verplichtingen op grond van het Europese Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen. Het weren van immigranten uit moslimlanden door middel van een immigratiestop is derhalve evenzeer onmogelijk, als onwenselijk.