Ontvangen 29 juni 2023
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel III wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IIIA WIJZIGING WET ALGEMENE OUDERDOMSVERZEKERING BES
De Wet algemene ouderdomsverzekering BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 7a, zevende lid, komt te luiden:
7. Op de toeslag wordt een korting toegepast van 2% voor elk kalenderjaar dat degene die gehuwd is met de pensioengerechtigde, behoudens in bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen gevallen, na het bereiken van zijn 15-jarige leeftijd, doch voor het bereiken van de leeftijd van 65 jaar van de pensioengerechtigde, niet verzekerd is geweest.
B
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde en vierde lid tot het tweede en derde lid.
2. In het tweede lid (nieuw) vervalt «van gedeelten van jaarpremies tot gehele jaarpremies en» en «en tweede».
3. In het derde lid (nieuw) vervalt «en tweede».
C
In artikel 40, eerste en tweede lid, vervalt «en tweede».
Inhoud van het voorstel
Bij gelegenheid van de staatkundige transitie van 10 oktober 2010 is de Wet algemene ouderdomsverzekering BES (AOV) tot stand gekomen. De AOV is net als de Europees Nederlandse Algemene Ouderdomswet (AOW) een volksverzekering met een opbouwkarakter. Over een periode van vijftig jaar, voorafgaand aan de pensioenleeftijd, kan een volledig recht op AOV opgebouwd worden. Voor elk jaar dat men tijdens deze periode niet in Bonaire, Sint-Eustatius of Saba woont of werkt, wordt een korting van 2% toegepast.
Het opgebouwde AOV-recht kan gekort worden vanwege schuldige nalatigheid bij het betalen van de AOV-premie. Schuldige nalatigheid leidt, anders dan de 2% voor de AOW-uitkering, tot een levenslange korting van 3% op de AOV-uitkering.
De Belastingdienst Caribisch Nederland (BCN) is verantwoordelijk voor de inning van de AOV-premie in Caribisch Nederland. Op grond van de huidige wet moet de RCN-unit SZW namens de Minister op basis van de door BCN aangeleverde gegevens vaststellen wat de gevolgen zijn voor de AOV-opbouw als niet (volledig) is voldaan aan de AOV-premieplicht. In de praktijk is het vaststellen van schuldige nalatigheid door de RCN-unit SZW echter niet of niet goed vast te stellen. Boven op de uitvoeringsproblematiek die vergelijkbaar is met het Europees deel van Nederland, speelt in Caribisch Nederland nog de problematiek dat het zicht op de situatie voor de staatkundige transitie beperkt is. Het is daarom niet gelukt om schuldige nalatigheid tot uitvoering te brengen.
Met deze nota van wijziging stelt het kabinet voor om voor de AOV aan te sluiten op het voorstel om schuldige nalatigheid in de AOW af te schaffen. Het kabinet is van oordeel dat het wenselijk is om de korting vanwege schuldige nalatigheid te laten vervallen, om disproportionele effecten voor mensen te voorkomen en de uitvoering van de AOW te vereenvoudigen. Dezelfde argumenten zijn van toepassing op schuldige nalatigheid in de AOV. Door het hogere percentage korting op de AOV-uitkering vanwege schuldige nalatigheid kan het niet betalen van de AOV-premie bovendien nog grotere gevolgen voor mensen hebben dan bij de AOW-uitkering het geval is. Daarnaast spelen, net als voor de AOW, uitvoeringstechnische knelpunten een rol.
Het wetsvoorstel heeft geen gevolgen voor de verplichting van mensen om premie te betalen. BCN blijft, net als nu het geval is, de openstaande premieschuld invorderen.
Vanwege bovenstaande redenen is het kabinet van oordeel dat het wenselijk is om schuldige nalatigheid ook in de Wet algemene ouderdomsverzekering BES te laten vervallen, naar analogie van het voorstel ten aanzien van de AOW.1
Budgettaire effecten
De theoretische budgettaire effecten van schuldige nalatigheid afschaffen in de AOV op de lange termijn zijn geschat op basis van de waargenomen besparing op de uitkeringslasten AOW vanwege schuldige nalatigheid in Europees Nederland (0,02% van het totaal). Naar schatting kost de afschaffing van schuldige nalatigheid in de AOV op lange termijn ca. € 7.000 extra ten opzichte van de hypothetische situatie waarin schuldige nalatigheid wel zou worden uitgevoerd. Vanwege dit verwaarloosbare budgettaire effect is het niet nodig om deze nota van wijziging te voorzien van dekkingsmaatregelen.
Uitvoeringstoets
Gegeven de bestaande uitvoeringspraktijk is geen formele uitvoeringstoets uitgebracht. De RCN-unit SZW en de BCN achten het voorstel om schuldige nalatigheid af te schaffen uitvoerbaar.
De onderdelen A en B van het nieuwe artikel IIIa regelen de afschaffing van de mogelijkheid tot korten met 3% van het ouderdomspensioen van verzekerden op grond van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES in verband met schuldig nalatigheid. Onderdeel C van dit artikel bevat een technische aanpassing van deze wet die door deze wijziging nodig is.
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten