Voorgesteld 17 januari 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat altijd een individuele afweging zal worden gemaakt voordat wordt besloten om een aanvraag voor een verblijfsvergunning af te wijzen;
overwegende dat hiervoor slechts mogelijke factoren worden geschetst;
van mening dat het niet wenselijk is om verblijfsrecht af te wijzen als bij voorbaat al bekend is dat vertrek in de praktijk niet mogelijk zal zijn;
verzoekt het kabinet om te realiseren dat een aanvraag nooit zal worden geweigerd indien de betrokkene nog nooit in het land van nationaliteit is geweest of als artikel 3 EVRM een vertrek onmogelijk maakt,
en gaat over tot de orde van de dag.
Podt
Koekkoek
Piri