Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo, Wij in overweging genomen hebben, dat het mede gelet op de Wereld Anti-Doping Code en internationale standaarden gewenst is een zelfstandig bestuursorgaan in te stellen dat als administratief beroepsinstantie belast is met de beoordeling van beroepen tegen besluiten die op grond van de Wereld Anti-Doping Code of internationale standaarden appellabel zijn en genomen worden door de Dopingautoriteit, zodat geborgd is dat het beroep tegen die besluiten plaatsvindt door een operationeel en institutioneel onafhankelijke commissie;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet uitvoering antidopingbeleid wordt als volgt gewijzigd:
B
In artikel 1 worden in de alfabetische rangschikking de volgende onderdelen ingevoegd:
de Beoordelingscommissie dopingzaken, genoemd in artikel 14, eerste lid;
internationale standaarden voor technische en operationele aspecten van het antidopingbeleid, met inbegrip van bijbehorende technische documenten, die door het Wereld Anti-Doping Agentschap worden vastgesteld op grond van de Wereld Anti-Doping Code en op de website van het Wereld Anti-Doping Agentschap wordengepubliceerd;
D
In artikel 5, tweede lid, wordt na «de Wereld Anti-Doping Code» ingevoegd «en internationale standaarden».
E
In artikel 6, eerste lid, wordt, onder vervanging van «; en» aan het slot van onderdeel e door een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door «; en», een onderdeel toegevoegd luidende:
g. het nemen van andere besluiten.
F
Onder vernummering van artikel 13a tot artikel 28, artikel 15 tot artikel 30 en artikel 16 tot artikel 31, komt artikel 14 te vervallen en wordt na artikel 13 een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
1. Er is een Beoordelingscommissie dopingzaken.
2. De Beoordelingscommissie dopingzaken heeft haar zetel in een door Onze Minister te bepalen gemeente.
1. De Beoordelingscommissie dopingzaken is als beroepsorgaan belast met het beroep tegen besluiten van de Dopingautoriteit die genomen worden ter uitvoering van artikel 5, eerste lid, onder a, b of c voor zover ingevolge de Wereld Anti-Doping Code of internationale standaarden die besluiten appellabel zijn, tenzij ingevolge de Wereld Anti-Doping Code of internationale standaarden het Hof van Arbitrage voor Sport:
1°. exclusief bevoegd is om te oordelen over het besluit, of
2°. niet exclusief bevoegd is, maar het besluit voorligt bij het Hof van Arbitrage voor Sport.
2. Het beroep bedoeld in het eerste lid kan worden ingediend door een natuurlijk persoon of rechtspersoon die ingevolge de Wereld Anti-Doping Code of internationale standaarden daartoe bevoegd is.
3. Bij de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, kunnen persoonsgegevens, waaronder gegevens over gezondheid, andere bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard, worden verwerkt.
4. De Beoordelingscommissie dopingzaken is ter uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, ook bevoegd tot het verstrekken van gegevens en persoonsgegevens, waaronder bijzondere persoonsgegevens en gegevens van strafrechtelijke aard, aan derden, als dit noodzakelijk is met het oog op het uitvoeren van een wettelijke plicht of van een plicht op grond van de Wereld Anti-Doping Code of internationale standaarden.
5. De Beoordelingscommissie dopingzaken neemt bij de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, in elk geval de Wereld Anti-Doping Code en internationale standaarden in acht.
6. Ter uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, maakt de Beoordelingscommissie dopingzaken gebruik van een panel van experts als bedoeld in artikel 17, niet zijnde leden als bedoeld in de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.
1. De Beoordelingscommissie dopingzaken bestaat uit één lid, de voorzitter.
2. De voorzitter wordt benoemd voor een periode van ten minste 2 jaar en voor maximaal 7 jaar. De benoeming kan na de maximale termijn steeds voor de duur van een jaar worden verlengd.
3. Van het lidmaatschap van de Beoordelingscommissie dopingzaken zijn uitgesloten personen die lid zijn van of werkzaam zijn bij de Dopingautoriteit.
4. De Beoordelingscommissie dopingzaken heeft een secretaris.
1. Onze Minister benoemt, schorst en ontslaat de personen die onderdeel zijn van een panel van experts en ingezet worden voor het uitvoeren van de taak, bedoeld in artikel 15, eerste lid.
2. Personen als bedoeld in het eerste lid worden benoemd voor een periode van ten minste 2 jaar.
3. Schorsing en ontslag van personen als bedoeld in het eerste lid vindt slechts plaats wegens ongeschiktheid of onbekwaamheid voor de vervulde functie dan wel wegens andere zwaarwegende in de persoon van de betrokkene gelegen redenen. Ontslag vindt voorts plaats op eigen verzoek.
4. Personen als bedoeld in het eerste lid kunnen niet tevens een aan Onze Minister ondergeschikte ambtenaar zijn of werkzaam zijn bij de Dopingautoriteit.
5. Personen als bedoeld in het eerste lid vervullen geen nevenfuncties die ongewenst zijn met het oog op een goede vervulling van de taak of de handhaving van zijn onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin.
6. Wanneer een persoon als bedoeld in het eerste lid ingezet wordt om een specifiek beroep te behandelen, wordt een lijst met nevenactiviteiten anders dan uit hoofde van de taak van die persoon beschikbaar gesteld aan de partijen en Onze Minister.
1. De Beoordelingscommissie dopingzaken kan een vergoeding toekennen aan de personen die onderdeel zijn van het panel van experts, bedoeld in artikel 17, en ingezet worden voor het uitvoeren van de taak, bedoeld in artikel 15, eerste lid.
2. De vergoeding, bedoeld in het eerste lid, kan in ieder geval zien op reis- en verblijfkosten.
3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden vastgesteld met betrekking tot de vergoeding, bedoeld in het eerste lid.
1. In aanvulling op artikel 6:6, van de Algemene wet bestuursrecht, kan het beroep niet-ontvankelijk worden verklaard, als niet is voldaan aan vereisten die volgen uit de Wereld Anti-Doping Code, de internationale standaarden, of aan enig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het beroep, mits de indiener van het beroep de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn.
2. Het beroep wordt ook niet-ontvankelijk verklaard als de indiener van het beroep tegen het betreffende besluit al eerder beroep heeft ingediend of als, in voorkomend geval, op het moment dat het besluit werd genomen er geen sprake was van een binding aan een dopingreglement.
In afwijking van artikel 6:7 en artikel 6:8, van de Algemene wet bestuursrecht, gelden voor de beroepstermijn en de aanvang van de beroepstermijn, als de indiener van het beroep het Wereld Anti-Doping Agentschap is, de termijnen bedoeld in de Wereld Anti-Doping Code.
In afwijking van artikel 6:12, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, als de indiener van het beroep het Wereld Anti-Doping Agentschap is, geldt voor het Wereld Anti-Doping Agentschap de termijn, bedoeld in de Wereld Anti-Doping Code.
1. Artikel 7:19 en artikel 7:20, van de Algemene wet bestuursrecht, zijn niet van toepassing.
2. Het horen geschiedt door de personen die onderdeel zijn van het panel van experts, bedoeld in artikel 17, en ingezet worden voor het uitvoeren van de taak, bedoeld in artikel 15, eerste lid.
3. De Beoordelingscommissie dopingzaken kan personen, anders dan belanghebbenden en anders dan de getuigen en deskundigen bedoeld in artikel 7:22, van de Algemene wet bestuursrecht, in de gelegenheid stellen om te worden gehoord.
1. De Beoordelingscommissie dopingzaken beslist of het horen in het openbaar plaatsvindt.
2. Belanghebbenden en personen als bedoeld in artikel 26, derde lid, worden in elkaars aanwezigheid gehoord.
3. Ambtshalve of op aanvraag kunnen belanghebbenden en personen als bedoeld in artikel 24, derde lid, afzonderlijk worden gehoord, als aannemelijk is dat gezamenlijk horen een zorgvuldige behandeling zal belemmeren of dat tijdens het horen feiten of omstandigheden bekend zullen worden waarvan geheimhouding om gewichtige redenen is geboden.
4. Wanneer belanghebbenden en personen als bedoeld in artikel 24, derde lid, afzonderlijk zijn gehoord, worden belanghebbenden op de hoogte gesteld van het verhandelde tijdens het horen buiten zijn aanwezigheid.
5. De Beoordelingscommissie dopingzaken kan, al dan niet op verzoek van een der belanghebbenden, toepassing van het vierde lid achterwege laten, voor zover geheimhouding om gewichtige redenen is geboden. Van toepassing van deze bepaling wordt mededeling gedaan.
Als het beroep ontvankelijk is, toetst de Beoordelingscommissie dopingzaken het bestreden besluit waarop het beroep ziet ten behoeve van de beoordeling in ieder geval aan:
a. de Wereld Anti-Doping Code en internationale standaarden;
b. het bepaalde bij of krachtens deze of bij of krachtens enig andere wet gesteld vereiste;
c. het van toepassing zijnde dopingreglement.
In afwijking van artikel 7:24, vierde lid, Algemene wet bestuursrecht, kan de Beoordelingscommissie dopingzaken het besluit voor ten hoogste zes weken verdagen. De Beoordelingscommissie dopingzaken doet hiervan schriftelijk mededeling aan belanghebbenden.
G
Voor artikel 28 (nieuw) wordt een hoofdstukopschrift ingevoegd luidende:
H
Na artikel 28 (nieuw) wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Na inwerkingtreding van artikel I van de Wet van xxxx tot wijziging van de Wet uitvoering antidopingbeleid houdende instelling van de Beoordelingscommissie dopingzaken (Stb. xxxx, xxx), worden de bij de Bezwaarcommissie nationaal Dopingreglement lopende procedures tegen besluiten van de Dopingautoriteit voor zover ingevolge de Wereld Anti-Doping Code of internationale standaarden die beslissingen appellabel zijn, bedoeld in het Reglement bezwaarcommissie nationaal dopingreglement van 1 november 2021, overgedragen aan de Beoordelingscommissie dopingzaken. De Beoordelingscommissie dopingzaken beoordeelt en verricht de afhandeling van deze procedures in overeenstemming met het bepaalde in deze wet, zoals die luidt na inwerkingtreding van dat artikel.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,