Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 mei 2022
Tijdens het debat met uw Kamer over de opvang van ontheemden uit Oekraïne op 21 april 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 76, debat over de opvang van Oekraïnse vluchtelingen) hebben de leden Bisschop (SGP) en Kröger (GroenLinks) vragen gesteld over de activering van de Wet verplaatsing bevolking (Wvb). In deze brief komen wij tegemoet aan de toezegging aan uw Kamer om na te gaan of er al dan niet ambtelijke stukken zijn die ten grondslag hebben gelegen aan het besluit het staatsnoodrecht enkel voor de opvang van ontheemden uit Oekraïne te activeren, en niet voor de opvang van andere asielzoekers.
Op 1 april jl. heeft de regering de artikelen 2c en 4 van de Wvb geactiveerd voor de opvang van ontheemden uit Oekraïne. Daardoor zijn de gemeenten, meer specifiek de burgemeesters, belast met de opvang van ontheemden uit Oekraïne.1 De artikelen 2c en 4 van de Wvb zijn geactiveerd omdat er in een korte tijd een grote stroom ontheemden uit Oekraïne naar Nederland is gekomen, waardoor er eveneens in korte tijd een zeer groot aantal opvangplekken gerealiseerd moest worden. Dit maakt afwijking van de bestaande structuren noodzakelijk, ook omdat het COA, bij de huidige instroom, bezetting, en uitstroom, niet in staat is in de opvang van ontheemden uit Oekraïne te voorzien. Deze plotselinge hoge instroom van een grote groep ontheemden geldt als buitengewone omstandigheid die deze activering van het staatsnoodrecht rechtvaardigt.
Tijdens het debat van 21 april jl. heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aangegeven dat in de Ministeriële Commissie Crisisbeheersing (MCCb) is besproken dat de activering van de Wvb voor de overige groep asielzoekers die door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) wordt opgevangen niet aan de orde is. Er is – vlak na het begin van de oorlog in Oekraïne – in twee ambtelijke stukken aangegeven dat het staatsnoodrecht niet bedoeld is voor de opvang van reguliere asielstromen, omdat de inzet van het noodrecht enkel kan indien buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken. Die buitengewone omstandigheden doen zich niet voor bij de opvang van reguliere asielstromen. Hierbij doen wij uw Kamer de genoemde ambtelijke stukken toekomen.2
Het kabinet begrijpt de wens van een deel van de Kamer om het staatsnoodrecht ook te activeren ten behoeve van anderen dan ontheemden uit Oekraïne. Zoals opgemerkt kan het staatsnoodrecht echter slechts worden ingezet als sprake is van buitengewone omstandigheden en inzet van het staatsnoodrecht noodzakelijk is om die buitengewone omstandigheden het hoofd te bieden. Van buitengewone omstandigheden is, in staatsnoodrechtelijke zin, geen sprake als het gaat om problemen van structurele aard, zoals de knelpunten in de reguliere opvang van vreemdelingen.
Het kabinet ziet daarom in de huidige situatie geen mogelijkheid voor de inzet van het staatsnoodrecht voor de opvang van anderen dan ontheemden uit Oekraïne. Dit is ook bevestigd door de Raad van State. In haar advies bij de voortduringswet heeft de Afdeling advisering immers opgemerkt dat problemen die voortvloeien uit al langer bestaande knelpunten in de opvang langs de normale weg en zo nodig met aanpassing van de reguliere wetgeving dienen te worden aangepakt.3
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg