Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is ter uitvoering van artikel 2, tweede lid, van de Wet verplaatsing bevolking een regeling te treffen omtrent het voortduren van de werking van de artikelen 2c en 4, van die wet, en in verband daarmee enkele wijzigingen door te voeren in de Wet verplaatsing bevolking;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De werking van de artikelen 2c en 4 van de Wet verplaatsing bevolking, in werking gesteld bij het Besluit van 31 maart 2022, houdende inwerkingstelling van de artikelen 2c en 4 van de Wet verplaatsing bevolking (Stb. 2022, 133), duurt voort.
De Wet verplaatsing bevolking wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4, tweede lid, vervalt «richtlijnen of» en wordt na «taak» ingevoegd «of daarover bij ministeriële regeling regels stellen».
B
De artikelen 12 en 15 vervallen.
C
Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt «de Commissarissen Verplaatsing Bevolking, de Substituut Commissarissen Verplaatsing Bevolking».
2. In het tweede lid vervalt «en de Commissaris Verplaatsing Bevolking».
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
De Minister van Justitie en Veiligheid,