Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Erfgoedwet en de Wet op de economische delicten te wijzigen teneinde uitvoering te geven aan de verplichtingen die voortvloeien uit de Verordening (EU) 2019/880 van het Europees parlement en de Raad van 17 april 2019, betreffende het binnenbrengen en de invoer van cultuurgoederen (PbEU 2019, L 151);
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Erfgoedwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1.1 wordt in de alfabetische volgorde ingevoegd:
Verordening (EU) 2019/880 van het Europees parlement en de Raad van 17 april 2019, betreffende het binnenbrengen en de invoer van cultuurgoederen (PbEU 2019, L 151);.
B
Het opschrift van paragraaf 4.4 komt te luiden:
C
Na artikel 4.23 wordt een artikel ingevoegd luidende:
D
Artikel 4.23a komt te luiden:
1. Het is verboden om cultuurgoederen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Verordening (EU) 2019/880, binnen te brengen vanuit gebieden buiten het douanegebied van de Europese Unie.
2. Cultuurgoederen, als bedoeld in bijlage, deel B van de Verordening (EU) 2019/880 kunnen worden ingevoerd vanuit gebieden gelegen buiten het douanegebied van de Europese Unie, indien daarvoor door Onze Minister of een bevoegde autoriteit in een andere lidstaat van de Europese Unie een vergunning is afgegeven als bedoeld in artikel 4 van de verordening.
3. Cultuurgoederen, als bedoeld in bijlage, deel C van de Verordening (EU) 2019/880 kunnen worden ingevoerd vanuit gebieden gelegen buiten het douanegebied van de Europese Unie, indien daarvoor een verklaring kan worden overlegd als bedoeld in artikel 5 van de verordening.
De Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onder 2°, wordt «4.22 en 4.23» vervangen door «4.22, 4.23 en 4.23a».
B
In artikel 1, onder 2°, wordt «4.23a» vervangen door «4.23a, eerste lid».
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,