Voorgesteld 10 december 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat initiatiefnemers van meldingen en meldingsvrije activiteiten als gevolg van de PAS-uitspraak van de Raad van State van 29 mei 2019 van een natuurvergunning moeten worden voorzien;
overwegende dat het niet hebben van een passende vergunning op dit moment het verkrijgen van (bedrijfs)financiering bemoeilijkt;
overwegende dat deze initiatiefnemers niet verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor het feit dat zij geen passende vergunning hebben;
overwegende dat het kabinet heeft toegezegd bovengenoemde initiatiefnemers zo snel mogelijk van een vergunning te voorzien;
verzoekt het kabinet, om samen met de instellingen uit de financiële sector te onderzoeken of en op welke wijze initiatiefnemers van meldingen en meldingsvrije activiteiten tot aan de periode van vergunningverlening toch van de benodigde (bedrijfs)financiering kunnen worden voorzien,
en gaat over tot de orde van de dag.
Harbers
Geurts
Van Otterloo